Margot Vanderstraeten, Vlaamse schrijfster en journalist, publiceerde afgelopen jaar haar eerste non-fictionele boek: Mazzel Tov. In Mazzel Tov keren we terug naar het studentenleven van de schrijfster in Antwerpen eind jaren ’80. Daar studeert de twintigjarige Margot aan het Hoger Instituut voor Vertalers en Tolken. Dit is tevens de plek waar zij geconfronteerd wordt met een vacature voor werkstudent bij een orthodox-joodse familie, de familie Schneider.
De religieuze achtergrond van de familie – en van de kinderen die zij zou gaan ondersteunen met huiswerk doordeweeks – vormt voor Margot geen probleem. Wel komt ze er al snel achter dat ze weinig afweet van de (orthodox) joodse cultuur:
“Ik meldde me bij een herenhuis met een brede gevel, een glimmende verschijning die niet zo lang geleden gerenoveerd leek. Op de vensterbank naar de deur prijkte, voor de vitrage, een kandelaar met vele koppen. Boven de deurbel hing een doorzichtige koker waarin, zo leek het, een opgerold stukje papier zat. Ik veronderstelde dat het om een soort fortunecookie ging (…)”
Margot komt er later achter dat de kandelaar een Menora is, die met Sjabbat wordt aangestoken, en dat de koker met het ‘fortunecookie’ eigenlijk een mezoeza is, een deurpostkoker gevuld met een stuk tekst uit de Thora, het heilige boek van de joden. Hoewel haar baan bestaat uit het onderwijzen van twee van de vier kinderen uit het gezin Schneider, Jakov en Elzira, leert Margot misschien niet wel meer van hen. In zes jaar tijd maakt Margot kennis met de gebruiken van de orthodox-joodse cultuur. Ze staat open voor de cultuur, maar dat betekent niet dat ze het altijd begrijpt of waardeert. Zo vindt Margot het hinderlijk dat zij zich moet verdedigen tegenover vader Schneider voor haar links-politieke voorkeur en kan zij niet geloven dat de jonge Elzira zich vrijwillig laat ‘uithuwelijken’ door een sjadchen, een koppelaarster. Achteraf bleek het veel meer dan een baan te zijn. De band met de familie Schneider blijft ook intact wanneer de kinderen al volwassen zijn. Margot bezoekt hen in Israël en in hun uiteindelijke thuishaven New York. De orthodox-joodse gemeenschap blijft misschien gesloten, maar de familie Schneider heeft de armen geopend voor de nieuwsgierige, kritische, soms wat naïeve, maar bovenal hartverwarmende Margot. De aanhouder wint!
Waardevol en gedurfd vind ik de wijze waarop Vanderstraeten de ik-persoon in Mazzel Tov keer op keer de verbinding tracht te leggen tussen het lot van de joodse gemeenschap en dat van (moslim)vluchtelingen uit het Midden-Oosten. De verhouding tussen de twee culturen is beladen, dat blijkt ook uit de discussies over Israël en Palestina, toch lijkt Margot hier een verbindende rol te willen spelen.
Margot Vanderstraeten heeft met Mazzel Tov een informatief boek over het (orthodox) jodendom geschreven, verpakt in aantrekkelijk proza. Haar kwaliteiten als schrijver en als journalist komen hier harmonieus tot elkaar. Ik hoop dat het boek gelezen wordt en dat men na het lezen inziet hoe verrijkend het kan zijn om open te staan voor ‘de ander’ in het leven.