De vijftienjarige Gerie is een van de feestvierende jongeren die op nieuwjaarsnacht 2001 in het Volendamse café t Hemeltje overvallen worden door een afschuwelijke brand. Van de ene op de andere dag wordt ze van een verliefde tiener vol toekomstplannen een brandwondenslachtoffer. In dit aangrijpende maar toch nuchtere verhaal schrijft Gerie over haar herstel in het ziekenhuis, de moeilijke tijd daarna en het meeleven van familie en vrienden. Een persoonlijk verslag over het verwerken van een ramp en het standhouden als individu. Speciaal voor deze nieuwe uitgave van Nieuwe handen beschrijft Gerie onder meer hoe ze tien jaar na de ramp voor het eerst weer voet in t Hemeltje zet, en hoe het tegenwoordig met haarzelf, haar familie en haar vrienden gaat.
