Geschreven bij Pantserhart
Had ik het bij De Sneeuwman nog over feestjes, slingers en ballonnen, met Het Pantserhart betreedt u een bruisend galabal met schitterende kroonluchters, waarbij levende legende Harry Hole het niet zo nauw neemt met de etiquette en bovendien zijn eigen dresscode bepaalt.
Zes maanden na zijn genomen ontslag in het De Sneeuwman-trauma, wordt Harry teruggevonden in de ‘jungle’ van Hong Kong: zwaar vermagerd, verlopen en verslaafd. Niet echt de eerste persoon waar je aan denkt om een seriemoordenaar achterna te jagen. Toch wordt hij door zijn oude afdeling Geweld benaderd vanwege zijn expertise bij De Sneeuwman. Onder morele druk zegt Harry toe de moordenaar te zoeken die zijn slachtoffers met een ‘Leopoldsappel’ martelt en ze daarbij voor een wrede en onmogelijke keuze stelt. Het eerste hoofdstuk beneemt je direct al de adem, je ziet het voor je, je voelt mee, er is geen ontkomen meer aan.
Vanuit een ondergrondse gevangeniscel in Oslo start Harry in het diepste geheim zijn onderzoek. Het kleine team concurreert met de Nationale Recherche, die politiek gezien grote belangen heeft om zelf de moordenaar te vinden. Maar politieke belangen interesseren Harry niet; het zal hem worst zijn. Een pre voor Harry is het hebben van zijn eigen ‘Lisbeth Salander’. De psychisch zwaar beschadigde en langzaam herstellende collega, Katrine, is een computernerd. Zij vindt direct al enkele verbanden tussen de moorden. Maar kan Harry zijn eigen team vertrouwen of wordt er gelekt? Na een angstwekkend sneeuwavontuur leidt de bloedstollende zoektocht hem naar de Congo, Rwanda, vulkanische bergen, ravijnen en een groeve waar het metaal coltan wordt geëxploiteerd, een materiaal dat in de Leopoldsappel is verwerkt. In Rwanda belandt de toch al getraumatiseerde Harry in een levensgevaarlijke situatie.
Privé heeft Harry het niet gemakkelijk. Hij slaagt er enigszins in om een relatie te beginnen, maar kan Rakel - zijn grote liefde - niet vergeten. Zijn zusje heeft het syndroom van Down, zijn vader is terminaal en vraagt om euthanasie. Nesbø verwoordt mooi intens Harry’s innerlijke strijd bij dit alles. Hoe lukt het Scandi-auteurs toch iedere keer weer persoonlijke kanten er zo doorheen te vlechten dat het op geen enkel moment klef of pathetisch wordt? Integendeel, ook bij Het Pantserhart is het een waardevolle en roerende toevoeging en zijn er momenten die je naar de strot grijpen.
Nesbø gaat in deze megaspannende pageturner diep het hoofd van de karakters in. Het verhaal is soms hard en gruwelijk, echter zonder dat het plat of vulgair wordt. Huiverend en sidderend kruipen we in de huid van de dader en de getergde en getormenteerde slachtoffers.
Hoewel Nesbø rechttoe rechtaan schrijft, neemt hij ook ruim tijd om Harry’s personage volledig tot zijn recht te laten komen. Een Einzelgänger zonder korpsgeestgevoel, allergisch voor laffe kruipers en altijd in de contramine. Bovendien een alcoholist die opium ook wel lekker vindt. Zeg maar gerust: a pain in the ass binnen de politie. Maar Harry is ook tof, cute, cool, Deep Purple-fan, scherpzinnig, kwetsbaar, ontroerend, strijdbaar en ongelooflijk dapper. Kortom: een feel good personage pur sang.
Door aan de ene kant de prachtig ingehouden vertelstijl en aan de andere kant de enorme spanningsopbouw, verveelt Het Pantserhart geen moment. Nesbø laat onze aandacht nimmer verslappen. In een van de laatste cruciale hoofdstukken is er een prachtig psychologisch spel met dito inzicht. Er is een hoofdrolspeler en een regisseur. En ik ga u niet vertellen wie uiteindelijk de touwtjes in handen heeft.
Met een niet te voorspellen eindplot bewijst Nesbø opnieuw zijn grote klasse. Nesbø laat zien dat hij uitstekend in staat is zichzelf na De Sneeuwman te overtreffen. Halsreikend kunnen we uitzien naar het vervolg op Het Pantserhart. Harry Hole is back to stay!
Zoals ik in het begin zei: Harry is bij leven al een legende. Nesbø en Harry vormen een briljant duo. En ik kan niet genoeg herhalen hoe goed deze combinatie is.