Op een nieuw boek van Vonne van der Meer kan ik me echt verheugen. Haar schrijfstijl is zo helder, mooi en rustig en haar personages zet ze zo levensecht neer. Ik laat me graag meevoeren op de verhalen en de gebeurtenissen in het leven van haar hoofdpersonen. Nadat ik ‘Eilandgasten’ had gelezen, de roman die ze in 1999 uitbracht, was ik fan van haar.
In een interview met de Volkskrant van 12-03-2021 vertelt ze dat je in ieder personage iets van jezelf moet geven: een herinnering, een verleden, iets bijzonder pijnlijks. Anders komen ze niet tot leven. Dat doet ze ook weer erg mooi in dit boek. ‘Je komt dichter bij de duistere kant van mensen door je in te leven. Als ik me in een personage probeer in te leven, mag ik dingen verzinnen,’ zegt ze in het interview.
Deze roman stipt veel onderwerpen aan: illegale prostitutie, moderne slavernij, de vodún-religie met angst voor een vloek door een verbroken eed, een lijk, kinderloosheid, een scheiding en een nieuwe liefde. Maar het gaat vooral over twee vrouwen: een jonge Nigeriaanse vrouw met een dochtertje en een 49-jarige Nederlandse vrouw zonder kinderen. Hoe deze twee vrouwen elkaar toevallig tegenkomen, beide op een kruispunt in hun leven, met elkaar omgaan en hoe zich dat ontwikkelt, is boeiend. Vooral ook door de grote verschillen in de levens van beide.
‘Misschien moet je het op sommige momenten in het leven van een vreemde hebben’, denkt Cécile (pag. 86).
Het verhaal gaat over Cécile die geen baan meer heeft, geen kinderen heeft en een huwelijk van 10 jaar achter de rug heeft. Op een speelplaats vraagt een jonge moeder haar haar plaats in te nemen achter de schommel waarop haar dochter zit. Ze komt pas twee dagen later weer opdagen en zo – via deze toevallige ontmoeting - komen de Nigeriaanse Gladys en haar tweejarige dochter Faith in Céciles leven.
Het verhaal wordt chronologisch verteld en bestrijkt een periode van ongeveer vier weken. De vijftien korte hoofdstukken zijn genummerd met romeinse cijfers. Ik houd zelf wel van hoofdstuktitels, zeker als daar een originele draai aan wordt gegeven, maar misschien past dat wel niet bij de sobere schrijfstijl van Vonne van der Meer. Soms gebeurt er iets wat enigszins onwaarschijnlijk is, zoals de ontmoeting met de Surinaamse Brian die toevallig net zo’n amulet draagt als Faith en dat blijkt te hebben gekregen van een Nigeriaanse oom, om hem te beschermen.
Het is geen thriller, maar heeft hier wel elementen van. Er zit een zekere spanning in het verhaal. Door de dreiging die erboven hangt, maar ook door de relatie tussen de beide vrouwen: hoe deze zich ontwikkelt en hoe de verschillen in hun beider levens steeds duidelijker worden. Het is ook maar net waar je geboren bent en hoe heel anders je leven dan kan uitpakken.