Veldgids Paddestoelen III beperkt zich tot 'de zeereep', dat speciale stukje van ons land waar zee en land met elkaar wedijveren. Tot de zeereep worden een aantal zeer uiteenlopende, maar tegelijkertijd zeer specifieke leefgebieden gerekend. Denk aan de jonge witte duinen, waar helm het zand nog moet vasthouden. Oudere, uitgespoelde grijze duinlandschappen worden gedomineerd door mos- en gras.
Deze leefgebieden hebben vaak ook nog eens hun eigen microklimaat en dat betekent dat er soms hele specifieke en elders heel zeldzame paddenstoelen kunnen worden aangetroffen. Loop in de herfst maar eens door de duinen of zeereep van een willekeurig Waddeneiland en je zult versteld staan van de soortenrijkdom aan paddenstoelen. Vrijwel iedere plek, iedere struik en iedere boom wordt bewoond door een paddenstoel.
Dit boek probeert een standaardwerk te zijn voor al die soorten. Dat is in mijn ogen gelukt, maar de soortenrijkdom levert weer zijn eigen problemen op. Zo veel paddenstoelen uit zoveel verschillende families beschrijven is niet eenvoudig. Het boekwerk oogt daardoor soms wat rommelig, maar dat is simpelweg het gevolg van de vele 'vormgroepen', waaronder de bekende plaatjeszwammen, tere koraalzwammen, woeste aardsterren en piepkleine bekerzwammetjes.
Het is duidelijk dat Machiel Noordeloos met hart en ziel aan dit boek heeft gewerkt. Zelfs de meest recente nieuwe vondsten zijn opgenomen, waaronder de Inocybe amelandica, een vezelkop die in witte duinen vlak bij het strand werd aangetroffen. Tot nu toe is deze paddenstoel alleen bekend van twee locaties op Ameland. Ik gok dat hij uiteindelijk met de Nederlandse soortnaam 'Amelandse vezelkop' door het leven zal moeten gaan.
'Paddenstoelen van de zeereep' toont bovendien aan dat we zuinig moeten zijn op onze kustgebieden. Ze behoren plaatselijk tot de laatste, ongerepte wildernissen van ons land, waar specifieke, soms uiterst zeldzame paddenstoelen blijken te wonen.