Dit is een zeer aanbevelingswaardig boekje, geschreven in interview vorm, alsof elk hoofdstuk een college is. Het leest zeer vlot. Van Tongeren is een inspirerende leraar. In het boek is veel te lezen over het belang van betekenisverlening, het verschil tussen objectieve werkelijkheid en subjectieve ervaring, Aristoteles en Nietzsche. Er zit echter een klein addertje onder het gras. Van Tongeren geeft aan dat hij met zijn specialistische kennis over Aristoteles en Nietzsche toch geen Nietzscheaan noch Aristoteliaan is. In hoofdstuk 2 presenteert hij zich uiteindelijk als Christelijk denker, hetgeen later in het boek nog een keer terugkomt. Dat is terug te vinden in een recent artikel van hem in de Volkskrant, waar hij kritiek heeft op de Coöperatie Laatste Wil. Verwijzend naar Augustinus betoogt hij dat de mens niet in staat is tot autonomie of zelfbeschikking en niet kan beslissen over de wil te sterven. Daarmee plaatst hij zich in orthodox Christelijke hoek van de Christen Unie en bisschop Eijck. Van Tongeren bepaalt daardoor voor mij, dat ik niet in staat ben te beslissen over mijn eigen leven of dood en dat ik daarover zelfs niet mag beslissen. Dat beslist hij voor mij. Dat vind ik een zeer onverdraagzaam en bevoogdend standpunt zonder respect voor de ander. Van Tongeren is daardoor wel voor een deel van zijn voetstuk gevallen, vandaar de 3 sterren.