Bij het zien van de mooie cover van De magische vijfduizendmetergrens van Frank van Rijn krijg je al een idee van wat je kan gaan verwachten. De titel maakt nieuwsgierig, maar zal al snel tijdens het lezen duidelijk worden. De subtitel geeft duidelijk aan in welke landen de auteur heeft gefietst.
In De magische vijfduizendmetergrens van Frank van Rijn vertelt de auteur op een boeiende, beeldende en soms humorvolle manier over zijn avontuurlijke fietstocht door Argentinië, Chili, Bolivia en Peru. Soms heeft hij het ook duidelijk tegen de lezers, zoals bijvoorbeeld op het eind, waar hij vertelt dat hij blij is dat hij iets niet heeft meegemaakt, maar zich voor kan stellen dat de lezer dat wel leuk had gevonden als hij dat had meegemaakt.
Waar de meeste auteurs beginnen met een inleiding of een voorwoord, heeft de auteur dat niet gedaan, hij begint meteen tijdens de reis en schrijft een korte tijd later pas over hoe hij de reis is begonnen. Voor de een zal dat een gemis zijn, terwijl het voor de ander niet uitmaakt zolang het boek maar goed loopt en chronologisch is geschreven. En dat is het boek, het is op een chronologische manier geschreven waarbij er maar een enkele keer wordt teruggeblikt in de tijd als het verslag erom vraagt. Als hij al terugblikt, dan is dat op zijn fietstocht die hij jaren eerder maakte en wat hij tijdens deze fietstocht anders wil doen, welke keuzes hij gaat maken. Je vraagt je tijdens het lezen een korte tijd af of hij voor de makkelijkste weg gaat kiezen of toch doorzet op de fiets ondanks de ontberingen. Iets waar hij tijdens zijn fietstocht vaker last van heeft, welke keuze hij zal gaan maken en daar kan hij lang over dubben. Ook vergelijkt hij soms de plaatsen waar hij door fietst, benoemt hij veranderingen die sommige plaatsen in de loop van de jaren hebben ondergaan zoals bijvoorbeeld de Abra Anticona. Hij is er open en eerlijk in over wat hij daarvan vindt. Sowieso is hij open en eerlijk zoals bijvoorbeeld wat hem stoort in diverse gelegenheden. Dat zet je overigens ook aan het denken aan hoe het bij jou thuis is. Ook over die dag dat hij ziek was en een hotel zocht is hij eerlijk, hoe hij die dag heeft geleden. Als lezer heb je met hem te doen en bent blij voor hem als hij weer in de bewoonde wereld is en naar een arts kan. Hij laat hiermee zien dat ondanks dat het over het algemeen leuk en indrukwekkend is om zo'n fietstocht te maken, het soms ook wel zwaar is. Daarentegen kan hij ook relativeren. Door middel van twee dagboekfragmenten laat hij zien hoe een nachtje slapen zijn gedachtes veranderen van de fietstocht van de dag ervoor.
In De magische vijfduizendmetergrens van Frank van Rijn laat de auteur zien dat de wereld groot mag zijn, maar tegelijkertijd ook klein kan zijn als hij diverse Nederlanders ontmoet zoals een man die bij een reisbureau werkt. Hij ontmoet ook andere fietsers. Fietsers die laten hoe verschillend iedere fietser is. Daarnaast wordt hij diverse keren door diverse journalisten geïnterviewd. Hij vertelt ook over de ontmoetingen met bijzondere mensen met hun vaak bijzondere verhalen die hij heeft, zoals bijvoorbeeld met een man die over een mijn waakt. Ondertussen kom je wat meer over diverse plaatsen zoals bijvoorbeeld Ayo Cucho te weten. Je krijgt een goed beeld van de culturen van de diverse landen, hoe de mensen in de diverse plaatsen zijn.
Kortom; De magische vijfduizendmetergrens van Frank van Rijn is een indrukwekkend reisverslag waarbij je door de beeldende schrijfwijze van de auteur het gevoel hebt dat je met hem meefietst, de leuke en minder leuke momenten zelf mee beleeft, de obstakels die hij tegenkomt, maar ook geniet van de natuur. De foto's maken het boek compleet, je krijgt een nog beter beeld van wat de auteur heeft gezien en wilt de plaatsen zelf gaan bezoeken, al dan niet per fiets.