Dit boek is de eerste stap op weg naar de gemeenschappelijke taal die Hoekstra (een van de essayisten) zo belangrjk vindt. Ik ken in ieder geval geen ander boek wat zo’n goed overzicht geeft van alle initiatieven en visies op een betere maatschappij. Wat prettig is, is dat vrijwel elke schrijver voor diens essay heeft geput uit eigen werk, ze hebben allemaal een boek (of meer) geschreven waarin je de gedachten nog eens goed kunt nalezen. Wat niet zo fijn is, is dat je TBR direct 24 boeken langer is, ha ha!
Elke schrijver heeft zijn/haar eigen schrijfstijl, bij de een levert dat lange, (voor mij) best moeilijke zinnen op (de eerste zin uit Ecofeministische economie telt 9 regels …), bij de ander is dat een bijna poëtische formulering, en bij weer een ander is het typisch direct taalgebruik (een Nederlander …). Het benadrukt de gevarieerde inhoud van dit boek en de verschillende nationaliteiten en achtergronden van de schrijvers.
De opbouw van het boek is heel fijn. Het begint met de (voor mij wat taaie) economische theorie, wordt dan steeds concreter en praktischer en ook exotischer. Het einde vond ik echt een climax: over de oorspronkelijke bewoners, hoe zij met de aarde omgingen, en hoe wij het allemaal beter wisten toen wij hun leefgebied koloniseerden. Not.
Voor jou?
Ik lees best veel over Duurzaamheid, en ook wat over Betekeniseconomie, maar had niet de indruk dat ik al goed ingevoerd was. En dat blijkt te kloppen. Na het lezen van deze mooie verzameling van verschillende inzichten, weet ik weer meer, maar ook dat er nog heel veel is om me in te verdiepen. Het is nuttig om te weten welke kant het op kan gaan, en ook geeft het hoop. Zoveel inspirerende inzichten, daar moet toch een oplossing uit te destilleren zijn? En het activeert. Want nietsdoen is geen optie. Daar zijn de schrijvers het wél over eens!
Dank aan Kees Klomp En Shinta Oosterwaal voor het samenstellen van dit pareltje.