Geschreven bij De onzichtbaren
Noorwegen is mijn tweede vaderland, kom er al lang en regelmatig.
De westkust is oogverblindend, net als de Noorse taal en we waren er al in vroeger tijden dan nu.
De allereerste keer voordat er enorme olie- en gasvelden werden gevonden op zee, dus nogal wat Noren die we ontmoetten op onze tocht, vissers en boeren, konden nét het hoofd boven water houden. Nu stromen de geldpotten qua economie al jaren over en is ook het zelfbewustzijn behoorlijk toegenomen. Hetgeen niet wil zeggen, dat iedereen mee kan komen, gezien de drukke voedselbank in Oslo....
Het is een onwaarschijnlijk mooi boek, zó subtiel en mooi verteld, de vissersgemeenschap op een van de eilanden, ong. ter hoogte van de Lofoten, de westkust die onze favoriet is en een gebied dat we kennen. Op deze bevolking wordt door de bewoners van het vastenland enorm neergekeken en door het hele boek lopen ernstig feodale trekken: qua bevolkingsgroep en zelfbeschikkingsrecht (niet, dus), komen vrouwen/meisjes er het meest bekaaid af, daarom lijkt het een verhaal uit vorige eeuwen, maar niets is minder waar. Het verhaal wordt verteld door een parmantig, slim meisje en door haar ogen maken we de avonturen mee. Er wordt prachtig ingezoemd op details en ook de lange verhaallijnen zijn mooi. Het boek is uitstekend in soepel Nederlands vertaald, door Paula Stevens weer.
Het Noorse woord "færing" heeft ze onvertaald gelaten, terwijl "roeiboot" of "platte schuit" prima in de buurt komt. Er zit humor in en blijmoedigheid, prachtig verweven met de realistische gebeurtenissen.
Ik geef hoogst zelden vijf sterren, maar deze epische vertelling is het absoluut waard, een parel!