Eerste boek dat wij na de wreed op onze leesclub ingehakt hebbende coronacrisis #1 bespraken. Na de coronadood van Raymond vooral. Onze Raymond was een wielerfananaat. Het eerste boek na hem moest derhalve een echte racefietsersboek zijn. In de CB Den Haag vonden Sanne en Ger het pas verschenen De Man En Zijn Wielerverhalen, en plaatsten het bovenaan onze lijst.
Met bijna het geheel van het restant (zo voelen wij dat) van onze club begonnen wij aan DMEZW. Het viel ons niet mee, eerlijk gezegd. De Jong hanteert een eningszins lompe, stoemperige schrijfstijl, iets dat zonder beledigend te willen zijn goed bij 's mans uiterlijk past. Een tekort aan schoonheid waarbij los geplaatste vulregels het er allemaal niet beter op maken.
Of evenzeer zwevend geplaatste woordjes Frans.
Of Italiaans.
Ziet u?
En allerlei herplaatste clichés uit het wielerjargon zijn slechts één keer interessant... Middelmaat, met een beetje goede wil. Het verhaal Wol is het dieptepunt van het boek; het gaat geeneens over wielrennen, maar over jazz, Jules Deelder op zijn treurigst.
Het boek zou ons na afronding (in sympathie, dat zeker) nauwelijks 3 sterren waard zijn geweest. Ware het niet dat dit werk ook de vertelling Mona Lisa bevat. Mona Lisa is van totaal andere kwaliteit dan al het andere in DMEZW. Zich in de geest vastzettende topliteratuur tussen dwarrelcolumns. Mona Lisa zal, hoelang De Jong ook stukjes zal blijven schrijven, zijn uiteindelijke magnum opus blijken. Prachtig! Het trekt het hele boek op tot een dikke 4.
Wij hopen dat Wilfried de Jong hier een uitdaging in zal zien. Niet in het minst voor belevers als onze Raymond.