Drieduizend jaar geleden leefden in Israël een koning, hij was machtig, wijs en heel erg rijk. Koning Salomo had nooit genoeg altijd wilde hij meer; meer geld, meer land, meer paleizen en meer vrouwen. Op een kwade dag viel zijn koningsoog op het vijftienjarige meisje Lydia. Negen maanden later beviel het meisje van een Koningskind, Zissel. Zissel kon niet spreken en had een misvormd handje (een reigerpootje). Lydia trouwde met een oude weduwnaar die zich als een liefdevolle vader over Zissel ontfermde. Het gezin adopteerde ook een weggelopen slavenjongen, Jabin. Jabin en Zissel hadden een heel hechte band; ze spraken gebarentaal met elkaar en communiceerden door middel van fluittonen.
Tijdens het schrijven van dit verhaal vertrok Selma Noort naar Israël; om de talen van lydia en Jabin te horen, de stad van Koning Salomo zien en de dadels, granaatappels en verse kruiden van Zissel proeven. De schrijfster heeft alles goed in haar opgenomen. Tijdens het lezen verscheen, als een Fata Morgana, het paleis van koning Salomo omringt door palmen, olijfbomen en roze oleanders voor mijn ogen. Noort schept een heel goed beeld van die tijd. We lezen onder andere over de positie van vrouwen, de verhoudingen tussen arm en rijk en hoe men tegen gehandicapten en vreemdelingen aankeek.
Toen Zissel en Jabin tieners waren, kreeg Lydia een baby, een gezond jongetje, Menachem. Een rijke dame beviel omstreeks dezelfde tijd van een doodgeboren kind. Door een gemene list werden de baby’s verwisseld. Het lot bracht Zissel, Lydia en Jabin naar Sion, waar de wijze koning Salomo zijn oordeel uitsprak over de zaak. Het verhaal is gebaseerd op het Bijbelverhaal over het Salomonsoordeel, 1 Koningen 3 vers 16-28. Een verhaal wat mij vroeger als kind ooit eens een nachtmerrie heeft bezorgd. In mijn droom liep het verhaal heel anders af, de koning hakte de baby met een zwaard doormidden….. Selma Noort heeft het verhaal over de wijze koning tot een sprookje verwerkt. De boodschap is hetzelfde gebleven, maar het verhaal is nu kindvriendelijk geworden.
De cover van het boek, gemaakt door Martijn van der Linden, is echt prachtig mooi. De kleuren zijn sprekend en het tafereeltje is romantisch, geheimzinnig en oosters. Het maakte mij nieuwsgierig. Wie zijn deze twee kleine figuurtjes in het midden van het meer? Toen ik het boek oppakte raakte ik meteen betoverd; dit verhaal moest ik lezen! De illustraties (potloodtekeningen) in het boek zijn gemaakt door de schrijfster zelf. De tekeningen van slangen, gekko’s en reigers zijn heel natuurgetrouw gemaakt. Net als in het verhaal voel je ook hier de liefde die Selma Noort voor de natuur heeft.
Zissel’s stiefvader, de Steenhouder, was een goed mens. Op zijn sterfbed sprak hij deze woorden tot Zissel: ‘Je zwakte kan je kracht zijn’ (blz 72). Door haar reigerpootje en het feit dat Zissel niet kon spreken, had het meisje geen gemakkelijke jeugd. Uiteindelijk zorgde de handicaps ervoor dat ze als een genezeres werd aangezien. Haar gebarentaal wekte de interesse van koning, die haar uit nieuwsgierigheid in zijn paleis uitnodigde. Tijdens deze corona tijd kreeg, dankzij Irma Sluis, gebarentaal in de media veel aandacht. Voor kinderen die niet kunnen spreken of aan hun armen verlamd zijn, is het leuk dat Zissel de held van het verhaal is. Zissel’s boodschap aan deze kinderen is dat ze zich niet belemmerd moeten voelen door hun handicap. Je bent wie je bent en je kunt alles worden wat je wilt! Meer: https://www.hebban.nl/spot/boeken-met-een-ster/nieuws/koningskind-selma-noort-2