Geschreven bij Complete Maus
In verloren uurtjes lees ik de graphic novel 'Maus' van Art Spiegelman. Het is een strip (de auteur noemt het een 'comic strip') over de herinneringen van zijn vader aan zijn leven in Polen, het begin van de oorlog, de Jodenvervolging en zijn tijd in Auschwitz. Het is een serie raamvertellingen, waar de auteur zijn vader steeds spreekt in het heden en laat vertellen over het verleden. Ik lees het in kleine partjes, meer kan ik niet aan. De inhoud is, ook al is het getekend in zwart wit, te gruwelijk.
Hoe vertel je dit verhaal?
Als goj, geboren na de oorlog, ver van de plek des onheils, levend in een familie die weinig te lijden heeft gehad, is het allemaal zo onvoorstelbaar. Spiegelman heeft een methode gevonden om mij, volkomen buitenstaander, te raken. De muizen, de katten, de varkens, het zijn karikaturen. In de vertelling zitten verschillende lagen en doordat het getekend is zijn ze eenvoudig terug te vinden. De graphic novel is niet 'mooi' of 'knap gedaan'. Hij is raak, met precisie. Dat heb ik niet direct door, ik ben toch onbevangen begonnen met lezen. Na een poosje ging het verhaal onder mijn huid zitten. Het sijpelde het gewone bestaan binnen. De woede, het onbegrip, de vragen, de verbijstering, de gevoelens van mededogen, ze borrelden op. Als ik dan weer in het boek keek dacht ik: 'Maar ik heb niks met die muizen.' De metafoor werkt dus, hij verdwijnt en verwijst.