Geschreven bij De laatste getuige
Voor mij ligt een schitterend uitgevoerd boek met talloze foto's ter illustratie van het getuigenverslag van Wim Aloserij, opgetekend door Frank Krake. Na het lezen kun je niet anders dan even stil te zijn van alles wat één persoon meegemaakt heeft tijdens WOII. Nog indrukwekkender is zijn reactie hierop. Dat maakt deze man zo bijzonder. In de eerste plaats omdat hij alles kan navertellen na zoveel jaar, maar vooral hoe hij elke keer weer de juiste keuze wist te maken.
Wim Aloserij is 94 jaar wanneer hij zijn verhaal vertelt over de verschrikkingen die hij meemaakte in de Gestapo-gevangenis in de Euterpestraat Amsterdam, Kamp Amersfoort en de twee concentratiekampen Husum en Neuengamme, waar hij als dwangarbeider werkte.
Behalve alle wreedheden die de bezetters toebrachten aan de gevangenen, viel gedurende het verhaal één ding voortdurend op. Naast de woede die je als lezer krijgt, was daar steeds de reactie van Wim op iedere nieuwe situatie. Net wanneer je denkt dit is de laatste keer, nu is er geen uitweg meer, bedenkt hij een manier om het gevaar net af te buigen waardoor er weer wat tijd gewonnen is. De lezer weet dat Wim overleeft, maar toch blijft het spannend hoe hij het gaat redden. Wat een diepe indruk gemaakt heeft zijn de uitgebreide beschrijvingen over de zieken in de concentratiekampen. Ten eerste dat ziekten zo makkelijk kunnen uitbreken door de abominabele hygiënische omstandigheden en ten tweede dat er voor de patiënten geen behandeling mogelijk was omdat er geen middelen waren. Eén dokter voor het hele kamp, geen verbandmiddelen, geen medicijnen en een heel regiment aan de meest verschrikkelijke aandoeningen. Onder deze erbarmelijke omstandigheden heeft Wim zich staande gehouden. Door gebrek aan eten kelderde zijn gewicht en toch heeft hij altijd elke kans gegrepen om iets eetbaars te krijgen. Regelmatig moest hij de verleiding weerstaan wanneer er besmettingsgevaar dreigde, dus niet eten van besmette etenswaren en oppassen met drinken. Schrijnend en gedetailleerd zijn de verhalen over de dwangarbeid die de gevangenen moesten uitvoeren. Alles was zwaar. Ze moesten zonder een gevulde maag, goede warme kleding en schoeisel op pad. Allen leden onder een algemene slechte lichamelijke conditie, slechte weersomstandigheden, slecht materiaal en zeer zware arbeid. Veel mannen hielden het niet uit. Ze stierven bij bosjes en moesten dan vervoerd worden naar het lijkenhuis. Aan het eind van de oorlog, net voor de bevrijding wordt de spanning enorm opgevoerd. Bloedstollende taferelen en gedetailleerde beschrijvingen van verrichtingen van de geallieerden zorgen ervoor dat je als lezer op het puntje van de stoel zit en door wilt lezen, je voelt dat het einde nadert, maar hoe? Wanneer is het gevaar echt geweken? De combinatie van de luxe boot waarop duizenden gevangen en hooggeplaatste Duitsers zaten is bizar: hoogpolig tapijt en doodzieke, berooide gevangenen. Dit boek zou gelezen kunnen worden als een spannende avonturenroman, maar dat kan natuurlijk niet, want de lezer weet dat het waargebeurd is. De zorgvuldigheid waarmee de auteur de gebeurtenissen heeft opgeschreven in een vlotte schrijfstijl en het fenomenale geheugen van Wim Aloserij maken dat het boek, ondanks de verschrikkingen, toch plezierig te lezen is. De vele gesprekken die de auteur en de getuige hadden, brachten zoveel mogelijk details naar boven, waardoor het verhaal zo duidelijk uit de verf kon komen. Ook technische en andere aanvullende informatie maken het boek tot een afgerond geheel zonder losse eindjes, waardoor het boek ook echt dichtgeslagen kan worden. Hulde aan Wim Aloserij, Frank Krake en alle andere medewerkers.