Dit voorjaar verschenen kort na elkaar twee boeken met een bijna gelijkluidende titel. In maart verscheen Genesis, het grote verhaal van de oerknal tot nu van de Italiaanse deeltjesfysicus Guido Tonelli, een van de ontdekkers van het beroemde Higgsdeeltje. Ongeveer een maand daarna kwam Oer, het grote verhaal van nul tut nu, geschreven door Corien Oranje, kinderboekenschrijfster, Cees Dekker, internationaal befaamd nanofysicus, en Gijsbert van den Brink, theoloog. In Oer treffen we een geheel vernieuwd Bijbelverhaal aan. De vertellers zijn geen bijbelboekschrijvers maar protonen! Vanaf het begin reppen ze over een ‘Schepper’. Deze creërt echter geen hemel en aarde, maar een soort diffuse chaos. Daarin worden geboren de protonen Proton, Kalon en Achaton. Ze kunnen met elkaar praten en hun omgeving becommentariëren. Ze benadrukken dat de Schepper al vóór de oerknal bestond. Hun taalgebruik is daarbij zeer kinderlijk. Bij Proton voegen zich later het proton Solon, en de neutronen Ensis en Aris. Zij vervolgen het verhaal over het werk van de Schepper. In de eerste 50 pagina’s krijgen we de geschiedenis van het heelal opgedist mét het ontstaan van leven en de evolutie van soorten tot en met de Homo Sapiens.
Plotseling verschijnt dan het man-vrouwpaar Womuntu en Maisha, mensen die in een al bestaand dorp wonen. Beiden hebben zij op die dag de Schepper persoonlijk ontmoet. “Dit was nog nooit vertoond, in al die bijna veertien miljard jaar”, zeggen de protonen.
Hier wordt de band met de natuurwetenschappen al losgelaten. Vanaf nu is het verhaal een moderne parafrase op het oorspronkelijke Bijbelverhaal, voor kinderen herverteld. Womuntu en Maisha vertellen in hun dorp over hun ontmoeting met de Schepper en diens opdracht aan de mensen: goed voor de aarde zorgen. Ze mogen uit alle bronnen drinken behalve uit één. Die bron wordt tot verboden gebied verklaard. Wie er toch uit drinkt zal sterven. Dat gaat natuurlijk niet lang goed en dan komt er een heel scala van geparafraseerde bijbelverhalen langs. Van Kaïn en Abel tot en met het lot van Jezus, en de verspreiding van het geloof over de aarde. De protonen zijn hierover onafgebroken zeer verwonderd. Hun kindertaaltje begon mij hoe langer hoe meer te irriteren, zodat ik het boek maar met moeite uit kon lezen.
Als toekomstperspectief voorspellen de protonen de terugkeer van Jezus op aarde.
Solon is nu heel optimistisch: “Ik denk dat dit alles gaat overtreffen wat we in de afgelopen veertien miljard jaar hebben meegkemaakt. De Schepper houdt van verrassingen. Er staat ons nog heel wat te wachten, denk ik.”
Tsja, wie zal het zeggen.
In feite wordt hier het verhaal ‘uitgeleverd’ aan de huidige stand van de kosmologie en de evolutietheorie. Daarmee wordt het lot van het verhaal even onzeker als het lot van de natuuurwetenschappen, die immers, zo is gebleken, in de loop der eeuwen zeer grote wijzigingen kunnen ondergaan. In de tegenwoordig naarstig gezochte fusie van de algemene relativiteitstheorie van Einstein en de quantummechanica zou de theorie van de oerknal op zijn kop gezet kunnen worden. Mocht deze inderdaad het loodje blijken te leggen dan staat de met de natuurwetenschap geactualiseerde theologie voor de opgave om de Bijbel opnieuw te herschrijven, en dat tot in lengte van dagen.
Wie een goed verhaal voor volwassenen wil lezen over de geschiedenis van het heelal verwijs ik graag naar het uiterst boeiende, voor leken geschreven boek van Tonelli. Daar kun je zelf altijd, desgewenst, een Schepper bij denken.