Hoe kan het dat de winst van bedrijven voornamelijk de aandeelhouders ten goede komt en niet de werknemers? Waarom accepteren we dat de inkomensstijging al decennia stagneert? En wat kunnen we daaraan doen? Dat lees je in de smakelijk vertelde ‘ontdekkingstocht’ naar een nieuwe economie: Fantoomgroei van Sander Heijne en Hendrik Noten uit 2020.
De aanleiding voor dit boek is een rapport van RaboResearch uit 2018 waaruit blijkt dat sinds de 80er jaren de Nederlandse economie met tientallen procenten is gegroeid en de reële gezinsinkomens vrijwel niet. Hoe kan dat? En waarom accepteren we dit, vragen de twee auteurs zich af. In hun boek wordt de eerste vraag ondubbelzinnig beantwoord. De tweede vraag moeten we onszelf stellen.
‘Fantoomgroei is een groeicijfer in de krant, zonder enige positieve invloed op het dagelijks leven’, zo stellen de auteurs. Dit gegeven werken ze uit in 3 delen.
In het boek wordt veel gebruik gemaakt van het gedachtegoed van Mariana Mazzucato en Kate Raworth, twee economes die de afgelopen jaren behoorlijk aan de weg timmerden om onze gedachten over de economie te veranderen. Ken je hun werk al, dan zul je de toevoeging van de historie en huidige ontwikkelingen in Nederland bijzonder waardevol vinden. Het gaat nu niet over Thatcher en Reagan maar over Rutten en Lubbers. De voorstellen die de auteurs doen voor hun ‘nieuwe verhaal’ sluiten goed aan op de internationale discussie rond welvaart, bbp en ‘commonisme’. Daarbij zijn ze praktisch gemaakt, met wat voorbeelden van wat er in de wereld al gebeurt.
De auteurs zijn erin geslaagd een vlot leesbaar verhaal te schrijven wat ook heel persoonlijk is. Ze schrijven soms zo verontwaardigd dat je zelf ook boos wordt. De statistieken over bbp en inkomensgroei zijn geen cijferbrij maar worden duidelijk uitgelegd. Wat grafieken erbij, zoals in de video op de bijbehorende website, had het nog overzichtelijker gemaakt.
Het boek is goed gedocumenteerd, met verwijzingen naar een flink aantal boeken en websites. Ideaal voor de lezer die wèl wat meer wil weten over de ongelijke verdeling van productiestijging maar 1000 bladzijden Piketty wat te gek vindt worden.
De ontdekkingstocht van de auteurs is niet zozeer een expeditie in de jungle van Brazilië, eerder een stadswandeling in je eigen woonplaats, waar je achter de bekende straten en geliefde gebouwen, onbekende steegjes en nieuwe pleintjes aantreft.
De schrijvers zijn geen economen, zeggen ze (maar wel respectievelijk bestuurskundige en economisch onderzoeksjournalist, dus ze hebben ze zeker verstand van zaken), maar dit boek gaat ook niet over economie. Het gaat over welvaart en welzijn, en daar kunnen zij als burgers zich zeker mee bemoeien, vinden ze. En dat zouden wij ook (meer) moeten doen.