Geschreven bij Gratis geld voor iedereen
Er zijn maar weinig boeken die je vanaf het begin weten te boeien en je steeds weten te verrassen. Het boek van de nog jonge Rutger Bregman (1988) met als titel “gratis Geld” is zo’n bijzonder boek. Deze historicus en publicist is een serieuze wetenschapper en een begaafd stylist tegelijkertijd.
Van de ruwweg 250 bladzijden dat het boek beslaat worden er al 50 ingenomen door honderden bronverwijzingen. Je vraagt je af waar Bregman de tijd vandaan heeft gehaald om al deze bronnen te lezen. Is hij een bezeten onderzoeker?
Als bêtawetenschapper heb ik nooit een waardering gehad voor de historische wetenschappen, maar moet nu eerlijk bekennen dat dit een grote vergissing is geweest. Bregman weet op een zeer interessante wijze historische personen tot leven te brengen en hun rol in de geschiedenis duidelijk te maken. Natuurlijk wil je meteen weten wat deze vijf grote ideeën (of zijn het utopiën) zijn:
1.Het gaat om het idee van een onvoorwaardelijk basisinkomen om een einde te maken aan armoede en waarna de titel gratis geld ook verwijst.
2.Een korte werkweek van 15 of 20 uur om de door technologische innovaties structurele werkeloosheid aan te pakken.
3.Een eerlijker belastingstelsel om de vermogens- en inkomensongelijkheid aan te pakken.
4.Het uitroeien van armoede door effectieve vormen van ontwikkelingshulp.
5.Een wereld zonder grenzen (vrij verkeer van mensen).
Hij weet al deze radicale voorstellen gedegen en overtuigend uit te werken zodat ze heel geloofwaardig en plausibel worden en gesteund door goed wetenschappelijk onderzoek.
Toch realiseert Bregman zich ook de betrekkelijkheid van wetenschappelijk bewijs op het gedrag van mensen. Zo beschrijft hij de ontdekkingen van psycholoog Leon Festinger en vormgegeven in de cognitieve dissonantie theorie. Deze stelt dat mensen zo overtuigd kunnen zijn van de eigen diepste overtuigingen dat ze zelfs de realiteit ontkennen of verdraaien. Met andere woorden: mensen laten zich niet gauw overtuigen als het om politieke, religieuze of culturele overtuigingen gaat. Er is dus een crisis nodig om grote veranderingen, zoals beoogd met de genoemde grote ideeën, te bewerkstelligen.
Zelden heb ik een boek zo nauwgezet en grondig gelezen en me steeds opnieuw weer verbaasd over de onverwachte resultaten die Bregman presenteert. Een ware meester.
Dit boek zou verplichte (school-)kost moeten worden voor alle politieke, sociale en economische wetenschappers in het hoger onderwijs. Het opent je de ogen, brengt je aan het twijfelen en biedt hoopvolle vergezichten. Van deze jongeman zullen we nog veel horen.