Bij het zien van de schitterende cover van Kattenpoëzie uit de wereldliteratuur weet je meteen waar het boek over zal gaan. Niet alleen ziet het boek er van buiten schitterend uit, ook van binnen is het boek heel erg mooi vormgegeven met op bijna elke linkerpagina een kattensilhouet in de poses zoals alleen katten dat kunnen.
Kattenpoëzie uit de wereldliteratuur begint met een mooi, liefdevol voorwoord van Guus Luijters. Hij zet de Nederlandse poes aan het eind ook nog even aan het werk, maar het is nog maar de vraag of ze daarnaar luistert. De gedichten zijn geschreven door wereldberoemde schrijvers als T.S. Eliot, Emily Dickinson, Baudelaire en nog veel meer beroemde schrijvers. De gedichten hebben stuk voor stuk gemeen dat ze geschreven zijn vol met liefde en respect voor de katten, je voelt de liefde voor deze mysterieuze dieren. Het zijn gedichten die voor iedere kattenpersoneel herkenbaar zal zijn, omdat ze gedeeltes van- of hele gedichten herkennen in hun kat(ten) ondanks dat iedere kat weer anders is. De katten worden beschreven zoals ze zijn zoals bijvoorbeeld mysterieus en een eigen wil. Vaak zijn de gedichten zo beeldend geschreven, dat je het gevoel hebt dat je het voor je ziet. Soms moet je een gedicht meerdere keren lezen om te begrijpen wat er precies bedoeld wordt, maar dan blijkt het ook een passend gedicht te zijn. Het is dan ook een gedichtenbundel die iedere kattenpersoneel en kattenliefhebber in zijn boekenkast zou moeten hebben staan.
Edward Lear heeft een sprookjesgedicht geschreven over 'De Uil en de Poes', waarin hij een bijzondere vriendschap tussen de twee dieren beschrijft. Het is misschien ook wel een metafoor met een boodschap voor de mensen. Voor veel kattenpersoneel zullen de gedichten van Thom Gunn 'Flatkatten' en Jang-hi Lee 'Het voorjaar is een kat' herkenbaar zijn omdat hun katten zich geregeld ook zo gedragen. Wie fantaseert er nou niet over wat een slapende kat droomt zoals in het gedicht van Carlos Drummond de Andrade in 'Twee dromen'? Dan het gedicht van Emily Dickinson, 'Ze spiedt een Vogel - mekkert', een gedicht dat ook zo herkenbaar is, iets wat de katten in dit geval wat minder zullen vinden. Je voelt het verdriet in het gedicht van Mei Yaochen in 'Lijkklacht voor mijn kat'. Pablo Neruda heeft een schitterend gedicht 'Ode aan de kat' geschreven waarin hij zijn liefde en respect, maar ook zijn onwetendheid over de kat beschrijft. T.S. Eliot geeft in 'Hoe noem je een kat?' tips voor kattennamen voor je kat, maar geeft ook aan dat het eigenlijk niet de echte naam is voor de kat, dat hij stiekem een andere naam heeft. Dorothy Wordsworth vertelt in 'Liefhebben en leuk vinden' waarom je maar moet genieten van je kat, niet alleen van zijn mooie kanten, maar ook van zijn minder mooie kanten. Naomi Shihab Nye vertelt in 'Iedere kat heeft een verhaal' dat, zoals de titel van het gedicht al aangeeft, iedere kat een verhaal heeft, een eigen verhaal. Wislawa Szymborska legt in het gedicht 'Een kat in een lege woning' uit waarom je een kat doodgaan niet aan moet doen. Hij slaat daarmee, hoe pijnlijk ook, de spijker op zijn kop, want zo zijn de meeste katten inderdaad als hun personeel is overleden. T. S. Eliot geeft in 'Het gedag-zeggen van een kat' tips hoe je een kat gedag zegt, waarmee hij de kat ook op een troon zet. Het laatste gedicht van Fancesco Marciuliano 'Dichte deuren' is op een humorvolle manier geschreven, maar tegelijkertijd ook o, zo herkenbaar voor kattenpersoneel. En zo staan er nog veel meer schitterende, liefdevolle en herkenbare gedichten over katten in.
Kortom; Kattenpoëzie uit de wereldliteratuur is een gedichtenbundel boordevol gedichten over katten die vooral kattenpersoneel zullen herkennen en mag dan ook zeker niet in hun boekenkast ontbreken. Je kan de gedichten in willekeurige volgorde lezen, je hoeft niet bij het begin te beginnen als je dat niet wilt.