Geschreven bij Spion buiten dienst
De merites van John Le Carré staan al lang buiten kijf, en de éminence grise bewijst het opnieuw met deze roman. Hij speelt in op een bijzonder actueel thema en bij sommige mindere schrijversgoden vind ik dat wat een goedkope manier om literatuur te bedrijven, maar Le Carré gat er heel sereen mee om en demonstreert op een puike en beklemmende wijze hoe de geschiedenis zich herhaalt en hoe de oude Koude Oorlog die hij beschrijft in zijn vroege thrillers, in de 21ste eeuw is overgegaan in een nieuwe, met wisseling van politieke allianties. En uiteraard manifesteert zich dat weer in een verhaal waar de auteur naar goede gewoonte, in tegenstelling tot Ian Fleming bijvoorbeeld, de minder glamoureuze kanten laat zien van spionage en diensten aan het vaderland, en op een bijzonder literaire wijze, want Le Carré is uiteraard meer dan zomaar een doordeweekse genreschrijver en staat hij op eenzame hoogte met figuren zoals bijvoorbeeld Graham Greene. Over de kwaliteit van het einde valt te discussiëren, maar het is duidelijk dat de schrijver zich hier van zijn meest geëngageerde kant laat zien.