Ik ben een alleseter als het om jachtliteratuur gaat. Jagers met een pen zijn recept voor passievolle analyses met doorgaans veel kennis van zaken. Natuurkenners die niet bang zijn hun handen vuil te maken en vaak opvallend openhartig zijn over hun eigen vallen en opstaan.
Isabella heeft haar fototoestel nog niet ingeruild voor een buks, maar haar boek is daarom niet minder gepassioneerd noch verstoken van inzicht. Ze heeft zich vastgebeten in het onderwerp, het jachtdiploma behaald en trekt al tien jaar mee het veld in. Een persoonlijke reis van Nederland naar de VS en het Amazonegebied, die even cultureel divers als universeel blijkt.
Als fotograaf en als mens probeert zij de wereld van de jager met haar bestaan in de randstad te verzoenen. Ieder hoofdstuk afsluitend met een wild recept. Ze ontweidt en slacht zelf.
De meeste jagers krijgen het met de paplepel ingegoten en schrijven als kind daar zelden boeken over. Isabella is als een klein meisje dat zich overdonderd voelt door een nieuwe grote wereld maar wel als een volwassene kan reflecteren op wat ze meemaakt. Haar schrijfstijl is scherp, eerlijk en soms iets te bescheiden. Drie kenmerken die verraden dat de jagersmentaliteit haar ondanks alles aangeboren is.
Mooie, relevante coming-of-age in een tijd waarin jagen een anachronisme lijkt maar misschien juist relevanter is dan ooit.