Het grootste deel van het boek is een gedegen, en kritische analyse van 'de energietransitie'. Vooral voor wie het onderwerp nieuw is een verhelderend werk.
Het gaat mis als op het einde de auteur zelf tot synthese probeert te komen. Dan wordt het een heel dun werk. Veel schijnbare tegenstellingen, springend van de hak op de tak is de lijn snel verdwenen. Door een interview met James Hansen ziet de auteur dan het nucleaire licht (ja, ook Thorium het zal de wereld gaan redden... over 30 jaar). Willekeurig wordt Marx aangehaald, de ontwikkelingslanden aangeraden vooral meer energie gebruiken en zo nog wat zaken op 1 hoop gegooid onder de noemer ''energietransitie''. CO2 reductie wordt gepresenteerd als Het Doel (ipv kritieke klimaatveranderingen door broeikasgas). Pijnlijk wordt het in de adviezen ''mijn linkse vrienden zou ik willen zeggen....'', ''mijn groene bondgenoten wil ik vragen...'' Dit met name omdat de auteur duidelijk zelf nog een lange ontdekkingsweg heeft te gaan. De ontdekkingsweg die hij vrolijk beschrijft met persoonlijke, niet relevante, anecdotes. Het schendt de regel dat je dingen zo simpel mogelijk moet maken, maar niet simpeler. Het laatste stuk lijkt op een vrijdagmiddag geschreven, wellicht tegen een deadline. Het laat je achter alsof je op de vrijdagmiddag borrel alles door elkaar hebt gedronken, zonder wat te eten.