Geschreven bij Het Vloekhout
Een verhaal langs enkele hoogtepunten uit onze geschiedenis, verteld door een stuk hout, geeft een aparte inkijk op die gebeurtenissen.
Het hout start als boom in Palestina en wordt het hout waaraan Jezus gekruisigd is. Daarna gaat het stuk hout de wereld rond, Mongolië, Italië, Rusland, de zijderoute, het komt allemaal langs.
Wat opvalt is dat het hout een wereld rond zich ziet die constant in beweging is, van vrede naar oorlog en weer terug. Het destructieve van de oorlog valt vooral op.
De aandrijver van al die oorlogen is nogal dikwijls religie.
Het boek bestaat uit korte hoofdstukken met ertussen grote sprongen in de tijd, wat ook wel moet wanneer het startpunt goed 2000 jaar geleden is en het eindpunt nu.
De tweede helft van het boek vond ik wat minder en het laatste hoofdstuk waar het ineens over de islam, zelfmoordenaars en bommengordels gaat en de naam van de persoon toevallig Abdeslam, was er teveel aan. Dat was totaal overbodig.
Het boek heeft een ironische toon, er is weinig respect voor godsdienst, eender welke. Waarschijnlijk omdat godsdienst nu net dikwijls de aanleiding van vele oorlogen is. Het is goed dat het vloekhout op een ironische toon spreekt anders zou dit een zwaarmoedig boek zijn waar de mensheid niet te best uit komt.
De mensheid,’ hoor ik hem zeggen, ‘houdt niet op zichzelf te vernietigen, heruit te vinden en opnieuw te vernietigen, keer op keer, ingegeven door een doffe drang naar sloop en dood. Telkens staat er uit het puin iemand op die de anderen een nieuwe toekomst voorliegt.’