Een onmogelijke werkelijkheid?
Het begint al direct met wonderlijke gebeurtenissen. Twee vrienden Paul Ehrenfest en Niels Bohr
(natuurkundigen)nemen samen een korte vakantie. Als zij ’s nachts gaan zwemmen, zien ze een surrealistisch tafereel:
“…uit het water komt met een fontein van spetters een motorfiets omhoog … die balanceert over het hangende koord, bestuurt door een jonge vrouw in badpak. Een magistrale en superieure geboorte..“( blz 12)
Deze gebeurtenis uit de korte proloog komt later terug, wordt dan beschreven als gedachtenexperiment.
In het verhaal spelen natuurkundigen van de kwantumtheorie Einstein, Bohr, De Sitter en ook Lorentz een belangrijke rol. Over die kwantumtheorie zelf zegt Bohr: er is geen waarnemer onafhankelijke werkelijkheid. De waarnemer maakt de keuze, de waarnemer bepaalt!
In dit verhaal is eveneens geen onafhankelijke waarheid, de lezer bepaalt zijn werkelijkheid. Is dat het verhaal van Joys of ga je als lezer mee met Lise?
In de twee verhaallijnen komt dit naar voren. Die van Joyce ( zelf zegt ze Joys) rond 1990 en die van Lise rond de jaren 1920. Beide verhaallijnen hebben één bron: het auto-ongeluk in de bergen, veroorzaakt door een vos op de bergweg. Het ongeluk waarbij Joys in coma raakt en haar ouders dodelijk verongelukken. Joys wordt door twee ‘kolderieke’ figuren (boeren die toevallig langs rijden) met een mestvork op de boerenkar gelegd en naar het ziekenhuis gereden. Daar komen ze haar later bezoeken en het contact is “niet-altijd-even-aangenaam” voor Joys.
In de andere verhaallijn ligt ‘het meisje’ langs de kant van de weg, zij kijkt naar de doodgereden vos. Wat zij ziet? Opnieuw de waarnemer afhankelijke werkelijkheid! Volgens de regels en wetten kan het niet…maar ik heb het zelf gezien.. heel precies.
“…de onderkant van de poten van de vos was al zwart gekleurd. Dit was het teken dat hij zich uit de dood had opgetrokken. Deze vos heette Arago…”(blz. 47-48)
Het meisje denkt als de vos dat kan, kan ik het ook. Wie ze zelf is, weet ze niet (meer?) Samen trekken ze de Dolomieten in. Zij leren elkaar kennen en vertrouwen. Ze komen bij de boerderij van Simone Werner, krijgen er onderdak en blijven er! Simone adopteert Lise als dochter. Simone ontdekt dat Lise Nederlands praat met de vos en Nederlands schrijft.
Ondertussen lezen we ook hoe het met Joys in het ziekenhuis gaat. Deze perspectiefwisselingen gaan vrij gescheiden omdat het redelijk geschakeld is met de hoofdstukindeling.
Joys: “… die eerste windvlaag, die eerste vleugelslag na de crash heeft Lise in mijn fantasie geplant. Ik bedacht Lise en alles wat erbij hoort. Lise is een gelukskind. En ik wil ook gelukkig zijn, ook al lig ik in coma….”( blz 117-118)
In de loop van het verhaal komen de twee verhaallijnen zo nu en dan even samen, ze raken elkaar, ze verhelderen elkaar, alsof ze op dat moment één lijn zullen gaan vormen? Toen Lise met Simone naar Nederland naar Simones familie verhuisde, voelde ze bij de grens een verandering.. ze kreeg het idee door een toeval te leven… een leven te leiden dat niet de bedoeling was.
“…Er was een ander? Wat voor een ander …?” (blz 158)
Langzamerhand zul je als lezer vaker van dit soort raakvlakken tegen komen. Lise die voelt dat er iemand met haar mee schaatst. Joys die commentaar levert op wat Lise en Arago meemaken.
Werelden kruipen in elkaar, wat is buiten, wat is binnen, het springt van toen naar nu, wanneer ben je in coma, wanneer ben je bij bewustzijn. Wie ben je Joys of Lise.
“….Wat is onmogelijk? De verdeling tussen wat kan en wat niet kan was door mij volkomen verkeerd ingeschat, filosofeert Lise…” (blz 138)
Het verhaal wordt prachtig weergegeven. Beeldende beschrijvingen laten omgevingen en gebeurtenissen bij de lezer binnen komen. De afwisseling van realisme en magisch-realisme was voor mij zo natuurlijk dat ik van het verhaal heb genoten.