Geschreven bij Het grote misschien
Het grote misschien is een boek van 254 pagina’s geschreven door John Green. De reden dat ik heel veel lees van hem is omdat ik een ongelooflijke fan ben van zijn schrijfstijl. Een paar maand terug las ik één van zijn andere boeken, namelijk ‘Een weeffout in onze sterren’. Ik was toen al heel erg overtuigd maar ‘Het grote misschien’ heeft me definitief over de streep getrokken. Ik ben een grote fan! Er komt heel veel dialoog voor in het boek en ook worden gedachten en gevoelens vaak uitgebreid en soms zelfs filosofisch beschreven. Het verhaal wordt in chronologische volgorde verteld en vanuit het ik-perspectief (Miles). Het is een zeer mooi verhaal waarin Miles, degene die de hoofdrol speelt in het verhaal, voor het nieuwe schooljaar naar een kostschool (Culver Creek) gaat. Zijn ouders vroegen zich af waarom hij per se weg wou maar dat werd als snel duidelijk, François Rabelais was de reden. Om daar een antwoord op te geven heb ik gekozen voor een citaat op pagina 11: ‘Daarom ga ik. Dan hoef ik niet te wachten tot ik doodga voor ik het Grote Misschien ga zoeken.’ Aangezien hij in Florida woonde was hij genoodzaakt om te verhuizen naar Alabama. Hij verliet zijn ouderlijke huis niet zonder emoties. Om die emotie wat te kunnen aantonen heb ik een citaat gekozen op pagina 13: ‘Ik wist dat ik eigenlijk hoorde te huilen, maar ik had zestien jaar met mijn ouders samengewoond en het leek hoog tijd voor een proefscheiding.’ Hij verliet letterlijk zijn luilekkere leventje en gaat ten volle voor het avontuurlijke. Gelukkig leerde hij al snel zijn kotgenoot kennen, Chip. Chip kent heel veel mensen waardoor Miles dus vele nieuwe vrienden zal maken. Takumi en Alaska Young waren vrienden van Chip, hij werd op slag verliefd op Alaska. Tussen Alaska en Miles speelt er ook wat humor, om dit aan te tonen gebruik ik twee citaten. Op pagina 55: ‘Jullie roken allemaal omdat jullie het lekker vinden. Ik rook om dood te gaan.’ Zei Alaska tegen Miles en op pagina 111: ‘Hou je van groente-raadseltjes?’ vroeg Alaska aan Miles. Daar konden ze zich een hele tijd mee bezig houden. Al snel volgde er tegenslag want Alaska heeft een relatie ondanks ze eigenlijk wel interesse toonde in hem. Miles is zichzelf niet meer door haar en laat zich door vanalles en nog wat meeslepen. Niemand herkent hem nog. In het midden van het boek gebeurde er iets vreselijks waardoor Miles, Chip en de rest van zijn vrienden in een groot zwart gat vielen.. Ze steunen elkaar in deze moeilijke tijd en proberen er samen het beste van te maken maar het verlies valt zeer zwaar… Het eerste deel van het boek beschrijft de 160 dagen ervoor en het tweede deel beschrijft de 160 dagen erna. Maar waarom dat blijft onduidelijk, daarom dat ik me aansluit bij de mening van SarahRo. Het allermoeilijkste moment in het verhaal is de dood van Alaska, er werd op een zeer emotionele manier beschreven hoe iedereen onder het verdriet leed. Om dat aan te tonen gebruik ik het citaat van Prop op pagina 250: ‘Het is heel mooi daarginds'. Ik weet niet waar ze is, maar ik geloof dat het ergens is, en ik hoop dat het er mooi is.’ Het doet je ergens wel iets wanneer je dat aan het lezen bent en zeker als je dat persoonlijk neemt, wanneer je dat al eens meegemaakt hebt. Ook komen de plotwendingen heel hard aan omdat hij geen enkele hint geeft welke gebeurtenis er zal volgen maar het is wel heel duidelijk dat hij aftelt naar dat ene moment. Natuurlijk zijn er ook onrealistische momenten in het boek naar mijn mening. Bijvoorbeeld de filosofie die de tieners uiten, dat lijkt me niet iets wat tieners in het dagelijkse leven aanhalen. Eerder werd er al eens vermeld door leontineversyckis dat dit boek in het begin traag vooruit gaat maar daar ben ik het niet volledig mee akkoord, er is zoveel spanning dat het echt snel vooruit gaat. Het is een verhaal vol emoties en spanningen die je gedurende het lezen geen enkele minuut laat vervelen... Geloof me vrij, dit boek is ideaal om je eens even goed te ontspannen.