Geschreven bij Dochter
Ik was al maanden met smart aan het wachten op een nieuwe thriller/roman van Rosamund Lupton, want ik vond ‘Zusje’ en ‘Later’ echt heel goed. Dus haar nieuwste, ‘Dochter’, meteen gereserveerd en zo snel mogelijk gelezen.
Het verhaal begint veelbelovend, in de typische stijl van Lupton. Mooie beelden, gevoelens die op zo’n indringende manier beschreven worden dat het soms bijna pijn doet, een groot inlevingsvermogen in de personages. Het verhaal schakelt tussen moeder Yasmin, haar dove dochter Ruby en flashbacks die de lezer vertellen hoe Yasmin en haar man Matt elkaar leerden kennen. In het begin is het even wennen en moet je snel mee kunnen schakelen om te weten wie nu aan het woord is of vanuit welk standpunt het verhaal verteld wordt.
Het verhaal begint dus veelbelovend, met de mededeling dat Matt overleden is bij een ramp in Alaska. Yasmin voelt met heel haar wezen aan dat haar man nog leeft, en beslist dat ze hem zelf gaat zoeken. Omdat ze Ruby niet bij vreemden wil achterlaten, neemt ze haar dochtertje mee op een barre tocht door het onherbergzame, bijna vijandige Alaska. Ze krijgen daarbij de hulp van mijnheer Azizi, een trucker van Afghaanse afkomst. Tot zover was ik mee en vond ik het boek weer erg spannend en ‘luptoniaans’. Tot Yasmin en Ruby op een gegeven moment alleen komen te staan in hun zoektocht. Vanaf dan verloor het verhaal voor mij aan geloofwaardigheid. Ik dacht meer en meer: Dit kan toch niet? Is dit wel mogelijk? En dat verpestte mijn leesplezier.
Tegen het einde van het boek verandert de verteltrant weer, en kom je te weten wat er echt is gebeurd. Vanaf dan wordt ‘Dochter’ ook een beetje een aanklacht tegen de oliewinning door middel van fraccen in Alaska. Een soort van ‘ecothriller’, zeg maar. Een wending waar ik eigenlijk niet op zat te wachten, om eerlijk te zijn. Het gaf me een ongemakkelijk gevoel, bijna een schuldgevoel, en niet de ontspanning die ik zoek als ik een boek lees. Maar dat is natuurlijk persoonlijk.
Wat Lupton wel weer heel mooi doet, is de evolutie beschrijven die Yasmin doormaakt. Tijdens de tocht leert ze haar dochter beter kennen en begint ze te beseffen dat ze, in haar ijver om Ruby met een spreekstem te leren praten, haar kind eigenlijk ook de mond snoert. Want Ruby wil niet leren praten omdat ze zichzelf niet kan horen. Ruby vindt dat ze al een stem heeft doordat ze gebarentaal spreekt en op de computer schrijft. Yasmin wil zo graag dat Ruby gehoord zou worden in de samenleving, dat ze haar eigenlijk helemaal stom maakt. Dat proces is mooi om te lezen! Ook in Luptons vorige boeken maakten haar hoofdpersonages een dergelijke bewustwording mee, en daar is de schrijfster ook erg goed in.
Lang verhaal kort: ik kan ‘Dochter’ eigenlijk niet meer dan 3,5 ster geven omdat ik het verhaal halverwege niet meer echt geloofde en de ontknoping me niet helemaal beviel. Nadat ik het boek dichtgeklapt had, bleef ik met een onbevredigd gevoel achter. Jammer.