De eerste daad van burgerlijke ongehoorzaamheid is als Frits besluit om op zijn twintigste niet, zoals vier generaties van zijn voorouders, in Amsterdam rechten te gaan studeren, maar in Leiden. Zijn oudste zoon zal daar later nog een schepje bovenop doen: die gaat naar Delft! Hoe ver kan je zakken als je lid bent van een gegoede familie die ooit een gouverneur-generaal voor Indië heeft geleverd?
Natuurlijk zijn de Korthalsjes al generaties lang actief lid van het plaatselijke studentencorps. De jaarclubs zijn een duurzame investering in goede relaties - en vriendendiensten. Vele malen zal Frits in zijn boek schrijven dat hij die en die nog kende van het Barleusgymnasium, de jaarclub, uit Leiden, uit Rotterdam en van zijn advocatenpraktijk. Kennen staat hier vrijwel gelijk aan: ik houd je de hand boven het hoofd, ik gun je iets, ik vertrouw je, je bent een van ons. Frits beschikt over een zeer groot en invloedrijk netwerk. Voor zover hij dat niet zelf onderhoudt, zorgt zijn (tweede) vrouw Henny daar wel voor. Zij wijdt zich geheel aan zijn taak. Heel klassiek, maar ook heel effectief. Ze doen het goed en hebben er beiden plezier aan. Ze genieten van tentoonstellingen, feestjes en partijen en dineren en vrolijk op los. Vaak op staatskosten.
In gedachten zie ik Frits en Henny zitten in de sociëteit van de KWV De Kaag of Loosdrecht. Op enige vorm van sportbeoefening heb ik de auteur overigens niet kunnen betrappen. De voetbalclub Feijenoord komt in het register niet voor. Ook geen hockey-, tennis- of golfclub. Zweten is duidelijk iets voor het plebs. Saillant detail is dat zijn eerste werkgever hem met een vooruitziende blik verplicht om lid te worden van "De Maas", de meest eerbiedwaardige jachtclub van Rotterdam, nee, van heel Nederland. Frits heeft niets met roeien of zeilen, maar hij zal er als junior advocaat veel belangrijke Nederlanders c.q. opdrachtgevers leren kennen. Ik wacht nog op een werkgever die mij een vergelijkbaar aanbod doet....
Als minister van justitie dien je onkreukbaar te zijn. Daar heb ik bij de schrijver geen grote twijfels over. Dat de man op een bepaalde vrijdag vast zat in de uitlopende ministerraad en nog naar een afspraak naar Groningen moest, is geen groot nieuws. Die afspraak was het afstuderen van zijn zoon. Ook geen nieuws. Pikant wordt het pas als hij die privéreis gaat maken met de dienstauto en chauffeur. Geen woord over oneigenlijk gebruik. Tegenwoordig kunnen deze dingen echt niet meer. Ik kan me zijn ongemak goed voorstellen. Ik heb zelf ook vele malen met kromme tenen in vergadering gezeten die uitliepen omdat ze slecht werden geleid. Lubbers bleek een handige ritselaar, maar ook een heel slechte voorzitter. Aan privacy hecht deze VVD-er kennelijk niet zo. Op verschillende plaatsen komen in het boek de namen en adressen van bekende, levende Nederlanders voor. D66-ers vond hij, zeker in de beginperiode maar lastige, onaangepaste mannetjes en vrouwtjes. Wie haalt nu in zijn hoofd om het bestel op te blazen! Frits zeker niet. Frits was het bestel.
Korthals ontpopt zich in het boek als een ware alfa-gymnasiast. Beter gezegd, hij slaat de plank regelmatig mis als het over bèta-onderwerpen gaat. Hier was beter redactiewerk op zijn plaats geweest.
Zo rond zijn 55-ste levensjaar scheidt en hertrouwt Frits. Hij wijdt in het boek een minimum aan woorden aan zijn eerste vrouw Titia, met wie hij (pas vrij laat) drie kinderen kreeg. Tussen scheiding en huwelijk liggen twee weken. Bram Peper trouwt ze. In stilte.
Positief en eerlijk is Korthals Altes over dingen die niet zijn gelukt of achteraf beter hadden gekund. Hij is zeer wel in staat om op zijn handelingen te reflecteren en zijn fouten te erkennen. Omdat hij in een groot netwerk van gelijkgezinden leeft, is de noodzaak tot sociale zelfreflectie minder aanwezig. Heel subtiel, maar niet ongemerkt laat hij weten dat hij best een beetje neerkijkt op het gespuis der natie. Daaronder behoort stilzwijgend ook de gewone man...