Geschreven bij Mijn leven in de wildernis
“ Kun je je een leven voorstellen dat zo rustig, zo tijdloos en zo waardevol is dat kijken naar een enkel blad dat uit een boom naar beneden dwarrelt, door een briesje wordt opgetild en zilverkleurig oplicht in de zon je een rijk gevoel geeft? “ – Miriam Lancewood.
De aflevering van het tv-programma Floortje naar het einde van de wereld, in februari 2016, waarin Miriam en haar man Peter werden gevolgd tijdens hun leven in de wildernis, vond ik één van de indrukwekkendste afleveringen. De beelden van Miriam en Peter die overleefden in de Nieuw-Zeelandse wildernis waren prachtig om te zien en heel bewonderenswaardig. Ik vroeg me af hoe het haar, als nuchtere Hollandse meid, lukte om jaar in jaar uit te overleven midden in de wildernis, overgeleverd aan de krachten van de natuur. Zodra bekend werd dat er een boek zou verschijnen wist ik dat ik dit boek wilde lezen.
Het boek is ingedeeld in elf hoofdstukken en elk hoofdstuk bevat ongeveer dertig bladzijden. Dit zijn best lange hoofdstukken, maar elk hoofdstuk staat voor een gedeelte van hun reis door de wildernis. Het eerste jaar is opgedeeld in de vier seizoenen en daarna is elk hoofdstuk een start van een nieuw begin in de wildernis, bijvoorbeeld het verblijf in een hutje aan de westkust van Nieuw-Zeeland of het jaar waarin ze als moderne nomaden met een auto het land doorkruisten.
Door Miriams uitgebreide en levendige schrijfstijl kun je een goede voorstelling maken van het leven midden in de natuur en tijdens het lezen van dit boek waan je jezelf even midden in de wildernis. Vooraf aan hun leven in de natuur hebben ze zich goed voorbereid door boeken te lezen over eetbare planten, leren om te schieten met pijl en boog en flinke trektochten gemaakt met zware bepakking.
We lezen in het boek dat het leven midden in de overweldigende natuur prachtig kan zijn, maar dat ze ook terecht komen in minder fijne situaties. Wanneer ze in hun tent of een klein hutje zitten en het regent bijvoorbeeld 25 dagen achter elkaar, Peter die heel erg ziek wordt door een malaria aanval (die hij op één van zijn eerdere verre reizen heeft opgelopen) of ze lopen op een steile helling van een bergwand en het begint plotseling enorm te onweren dan is dat echt wel afzien. Ondanks de verschillende tegenslagen blijven ze zich verbonden voelen met de natuur en dat gevoel wordt alleen maar sterker.
We lezen over ontmoetingen met anderen waarmee ze een vriendschappelijke band krijgen en diepgaande gesprekken mee voeren en over een inheemse loopvogel die wekenlang naast hun tent komt wonen. Over het vinden van eetbare planten en bessen en het jagen op dieren zoals geiten, konijnen en possums, waarbij Miriam zich in het begin schuldig over voelt, maar wat later gewoon bij hun nieuwe levensstijl hoort.
Een mooi en bijzonder boek over hoe het is om jezelf over te geven aan wat de natuur je te bieden heeft. Een aanrader voor iedereen die wilt weten hoe het is om één te zijn met de natuur.
Na het lezen van de laatste bladzijde vroeg ik me gelijk af op welke prachtige plek in de wildernis Miriam en Peter zich nu bevinden.