Geschreven bij Gij nu
2016 is het jaar dat ik, een na een, alles van Griet Op de Beeck las. Kwam daarbij de eerste Zomergasten van dit jaar, zodat ik van een heus Op de Beeck jaar kan spreken. Niet geheel tot mijn ongenoegen. Spijt het gegeven dat deze Vlaamse auteur voor 70 procent in Nederland verkoopt, doet dit niet af aan mijn aanvoelen dat je, anno vandaag, niet meer Vlaams kan schrijven. Qua thematiek wandel ik gewoon door mijn eigen belevingswereld (hoewel ik moeiteloos Griets opa kan zijn - bouwjaar ’32), zo herkenbaar, zo invoelbaar. Ik kan op zo goed als elk personage in haar boeken een bekende uit mijn naaste omgeving plaatsen. Een Vlaanderen dat ik vandaag ervaar als geëmancipeerd, bijzonder welstellend, niet zo gecultiveerd, en toch nog zo duidelijk sporen dragend van een ondertussen reeds lang afgevoerd katholicisme. Ook die wat tobberige sfeer waarbij de zwaarste kwetsuren zo goed als steeds naar “thuis” verwijzen, ik ken en herken het zo goed. Nu kom ik wel helemaal uit dezelfde streek in Vlaanderen, Lier en Oud Turnhout zijn geen twee planeten, waar thuis, niet toevallig de titel van een onverwoestbare soap op TV1, nog altijd zwaar weegt. Net zozeer de uitgestraalde warmte als de kreuken. En ja, de sfeer van haar boeken, ook de sfeer in Zomergasten, een zo aaibare verschijning als Griet Op de Beeck, en toch die aangehouden tobberigheid (ik heb geen beter woord)... ja, zo zitten wij (het soort volk dat haar boeken bewoont) ineen. Dit jaar vieren wij het 100 jarig verschijnen van Pallieter van Timmermans. Ik vermoed dat dit boek op mijn ouders, mutatis mutandis, dezelfde indruk moet hebben gemaakt. Dat gaat over ons. En zo zeggen wij dat ook.
Want ook de taal die Op de Beeck heel consequent aanhoudt is zo herkenbaar Vlaams. Onbeschroomd gij, ge, gijllie, en ’s zondags U aanhoudend. Dat is het Vlaanderen van voor de nu stilaan veralgemeende jij, jouw, je, jullie stijl. De tijd toen leuk nog plezant mocht zijn in Vlaanderen. Ik stootte ook regelmatig op uitdrukkingen die mij zo Vlaams klonken dat ik er een lijstje van aanlegde. Zoals nu weer in Gij Nu, noteerde ik “Awel. Chapeau”. Ik heb geen betere woorden om een gemeend compliment uit te drukken. Griet Op de Beeck: Awel. Chapeau.