Voor wie bij 'de jaren zestig' in de eerste plaats aan JFK, The Beatles, Vietnam en de hippies moet denken (en niet heel veel verder komt), wordt dit boek een openbaring. Buelens heeft het natuurlijk over de gemeenplaatsen die in ons collectieve geheugen zijn gegrift, maar neemt de lezer ook doelbewust naar andere plaatsen in de wereld dan steeds weer Liverpool, San Francisco en Parijs. We passeren een cultuurfestival in Dakar, zijn bij de oprichting van Brasilia en de staatsgreep in Indonesië, en duiken in de filmzalen achter het IJzeren Gordijn.
In dit dankbaar modern soort geschiedschrijving is er veel plaats voor de culturele ontwikkelingen in Afrika en krijgen vrouwen eindelijk de plaats die ze verdienen, van Perzische en Zuid-Afrikaanse dichteressen tot de Afro-Amerikaanse vrouwelijke wiskundige wiens berekeningen de NASA hielpen een mens op de maan te zetten.
Nergens wordt het boek pamflettair - je krijgt als lezer nooit de indruk dat Buelens een punt wil maken of een bepaald rechts of links wereldbeeld wil propageren. Alles blijft steeds genuanceerd, wat dit werk des te prikkelend maakt.