Dat er criminaliteit is in Nederland, dat weet je. Waar niet? Dat er veel gebeurt met drugs in Nederland, dat weet je ook. Ook daarin is dit land niet uniek. Toch denk je als braaf levende burger dat het, vergeleken met andere landen, allemaal wel meevalt. Behalve dat je alert bent op mogelijke inbraken in je huis of auto, heb je er niet zoveel last van. Ik woon nu in Zuid-Afrika, waar de criminaliteit groot en gewelddadig is. Ik lees er veel boeken over. Maar ook hier heb je er, als braaf levende burger, toch niet zoveel last van. Okay, je moet niet op het verkeerde moment op de verkeerde plaats zijn en je huis en auto zijn veel beter beveiligd dan in Nederland, maar het meeste misdaadgeweld blijft beperkt tot daar waar de criminelen wonen. In het boek “De Achterkant van Nederland” wordt een deel van de criminaliteit in Nederland beschreven, waarvan ik geen weet had. Natuurlijk lees je in de kranten en zie je op de televisie over Holleeder en, eerder, Bruinsma en hun kompanen. Maar dat speelt zich in een milieu af, waar je niemand kent en ook niemand wilt kennen. Wat ik van de schrijvers Tromp en Tops lees, komt toch wel erg dicht bij. Het gaat om kleine criminelen, die bij elkaar toch wel een grote zaak vormen. Ze infiltreren in legale organisaties en gebruiken gewone (brave) burgers. Wie niet mee wenst te werken, wordt eenvoudigweg bedreigd. Deze criminelen worden op die manier, letterlijk, stinkend rijk. De overheidsbesturen, justitie en politie vechten er tegen, maar dat lukt eigenlijk niet. Dat gebeurt allemaal maar, ook in Nederland.