Geschreven bij The Long Walk
Deze al wat oudere roman gaat over 100 jonge mannen die meelopen in een macabere marathon. De afstand die ze moeten afleggen staat niet van tevoren vast. Het is een afvalrace, die eindigt op het moment dat er nog maar één deelnemer in leven is. De deelnemers moeten constant, dag en nacht, blijven doorlopen. Er zijn geen pauzes om te eten, te slapen, te plassen of wat dan ook; alles moeten ze al lopend doen. Als een deelnemer te lang minder dan de vastgestelde minimumsnelheid loopt, wordt hij doodgeschoten. Deze extreme omstandigheden leiden binnen de groep tot pesterijen, ruzie, scheldkanonnades en aanvallen van gekte, maar ook tot uitingen van vriendschap, diepe menselijkheid en heldenmoed. En het publiek staat juichend langs de kant, hopend op sensatie.
Gaande het verhaal komt de culturele en maatschappelijke context, waarin een dergelijke wedstrijd mogelijk is, naar voren. En hoe komt iemand ertoe om aan een wedstrijd mee te doen waarbij je een kans van één op honderd hebt om het er levend vanaf te brengen?
Dat alles wordt verteld vanuit het perspectief van één van de deelnemers. Zal hij het einde van de race zelf meemaken?
Een typische Stephen King, om nog lang over na te denken...