Geschreven bij Het geluk van Limburg
Dit boek gaat over de opkomst, ondergang en naweeën van de mijnindustrie in Limburg. Een onderwerp dat misschien niet meteen aanspreekt, maar dat mij vanaf het begin boeide door de manier waarop deze grotendeels verzwegen geschiedenis is opgetekend. In Het geluk van Limburg worden zowel de historische feiten, vanaf halverwege de 19e eeuw tot nu, geschetst als het levensverhaal van Jack Vinders en zijn familie verteld. Jack is een in Limburg beroemde volkszanger, die met veel moeite uit de cultuur en structuren van zijn omgeving breekt.
De schrijfster heeft beide verhaallijnen knap verweven. Net als je het gevoel krijgt dat je wel even genoeg achtergrondinformatie over de mijnbouwgeschiedenis en de tijdgeest hebt gekregen, schakelt het verhaal soepel over naar de dagelijkse sores van de kompels en hun gezinnen, de almacht van meneer pastoor en de persoonlijke worsteling van de even flamboyante als onzekere Jack. De grote wereldgeschiedenis versus het kleine leed.
Het boek is uitstekend gedocumenteerd en geeft een heel helder beeld van de oorzaken van opkomst en ondergang van de mijnen, tegen de achtergrond van de 19e en 20e -eeuwse industrialisatie, politieke constellatie, twee wereldoorlogen en sociaal-culturele aspecten. Het boek maakt duidelijk hoe groot de macht van kerk en staat was, hoe het kon dat deze instituten juist de Limburgers zo in hun greep hadden en hoe die geschiedenis door vertaald kan worden naar de relatief grote populariteit van Wilders in Limburg in de 21e eeuw.
Door de uitgever wordt het boek omschreven als ‘prachtige literaire non-fictie’ en in die kwalificatie kan ik mij helemaal vinden. Marcia Luyten schrijft met inzicht, vaart en warmte en geeft Het Geluk van Limburg iets extra’s door de juiste dosis mooie metaforen en beeldspraken. Non-fictie die leest als een roman die ik moeilijk kon wegleggen. Vijf sterren!
Aanrader voor de liefhebbers van 'Het nieuwe land' van Eva Vriend en 'Het Pauperparadijs' van Suzanna Jansen.