Wat een mooi en vooral informatief boek,
ik noem het een echt boek en geen boekje
zoals je dat vroeger wel had op school als 'bouw je eigen sterrenkijker' voor de
vooral jeugdige geïnteresseerde.
Het lag in de bibliotheek als nieuwe aanwinst en met de prachtige boeken
van Govert Schilling in gedachte nam ik ook dit boek als vanzelf mee en bleef
er maar in teruglezen, daarbij opgemerkt dat ik niet eens een telescoop bezit.
Ik ken als Nederlander Frank Deboosere en zijn collega Sabine Hagedoren
van de Belgische tv slechts als zeer kundige weerlieden, maar met dit boek schrijven Philippe Mollet
en Frank Deboosere ook nog eens echt serieus over het kijken naar de nachtelijke hemel
en dan vooral over het materiaal waarmee je het doet.
Het is overigens geen boek met bouwtekeningen
maar het geeft je zeer veel informatie, ook met illustraties over de constructie, het kopen,
het onderhoud en het kijken met een telescoop.
Sterrenkijken is, zo meen ik te lezen, dus vooral de ideale combinatie tussen lichtwinst, vergroting en scheidendvermogen.
Die worden elk afzonderlijk zeer nauwkeurig beschreven.
Elke fotograaf weet immers ook dat eindeloos vergroten alles alleen maar minder maakt,
tenzij je er een vermogen aan uit wilt geven.
Over de bekende mooie astrofoto's; ze staan er wel in,
maar het is geen typisch bladerboek met indrukwekkende foto's uit het heelal
zoals we die kennen van ondermeer de Hubble Space Telescope and Chandra X-ray Observatory.
Op blz. 4 staat dan ook eerlijkheidshalve dat het onmogelijk is om met het oog die beelden te krijgen die
met speciale technieken wel mogelijk zijn.
Tegenwoordig toont internet zoveel en zo goed,
dat men al gauw denkt dat je dat ook ziet met een 2 à 300 Euro kijker en dat is dus niet zo.
Op pagina 225 wordt dat nog eens verduidelijkt met het filmen van de Maan en dan
met speciale software die honderden beeldjes weet om te zetten in een gemiddeld beeld
met veel meer scherpte en contrast.
De trillingen/turbulentie van de atmosfeer wordt dan min of meer teniet gedaan waar je met het oog kijkend
of 1 foto makend wel last van hebt.
Ondanks deze geweldige technieken zoals ook de genoemde koude CCD camera's,
geeft dit boek je ook de werkelijke romantiek van het eenvoudig zelf kijken terug,
i.p.v. het zgn. 'sterrenkijken' via programma's zoals Space Engine op je computerscherm.
Ik herinner me trouwens nu nog de naam Jacques Suurmond uit Domburg die vroeger
tot de beste amateur astrofotografen ter wereld behoorde en in een blad als MACRO geloof ik
of Hemel en Dampkring dat op school lag publiceerde, zou leuk zijn als ook van hem
nog eens iets als hommage in een herdruk van dit mooie boek zou verschijnen.
Alle bekende hemelverschijnselen met voorbeelden in kaart en foto worden besproken maar ik mis
als toegift wat meer de geschiedenis over de telescoop en de eerste ontdekkingen daarmee en het ABC van
de astronomische termen zou mijns inziens nog wat uitgebreider mogen.
Als je het zo leest kan je met dit boek geschoold beter een kijker kopen dan zelf eentje te gaan bouwen,
de nauwkeurigheid in de constructie is erg belangrijk.
Mijn vroegere fotografische kennis qua optische beeldfouten, filters etc wordt in dit boek daarbij ook nog flink opgefrist.
De lichtvervuiling wordt natuurlijk besproken,
hier bij ons boven Arnhem is het ook al echt storend, zelfs vanuit de Veluwe
zie je het licht van de stad en omgeving de nachtelijke hemel oplichten,
maar met frisse noordwesten wind wanneer de lucht kraakhelder is, ook tussen de wolken,
kan ik even buiten de stad met mijn goede lichtsterke (dus helaas ook veel duurdere) verrekijker toch nog goed zien.
In hoofdstuk 2 wordt alleen al zo'n 24 pagina's besteedt aan het kijken met een verrekijker.
De talloze tekeningen en foto's van het materiaal dat je nodig hebt
maken dit tot een uiterst verzorgd boek op mooi papier en een mooie letter om te lezen.
Iets dat je toch wilt houden, dus boek terug naar de bib en kopen.