Een breed opgezet werk met analyse van de inspanningen van de geheime diensten van Groot-Brittannïe, USA, Sovjet-Unie, Duitsland en Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog. De auteur laat regelmatig doorschemeren dat deze inspanningen niet doorslaggevend hebben bijgedragen aan de uiteindelijke overwinning van de geallieerden. Veel aandacht wordt besteed aan het decoderingswerk van 'Ultra'. Wie verwacht om smeuïge verhalen over spionnen te lezen, komt enigszins bedrogen uit, hoewel hier en daar toch wel wat dieper op het veldwerk wordt ingegaan (Richard Sorge, Klaus Fuchs, Kim Philby e.a.).
Er is een indrukwekkende hoeveelheid informatie verzameld en opgetekend waarbij ik aanteken dat er naar mijn smaak nog iets meer redactioneel ingegrepen mocht worden. Sommige betogen lopen van de hak op de tak, wat, eveneens door het grote aantal namen van personages, een vlotte lezing enigszins bemoeilijkt.
Mede door de eindconclusie , vervat in het laatste hoofstuk, is dit een indrukwekkend interessant boek geworden, waarbij zowel een synthese van al het voorgaande als een blik op het belang van de naoorlogse inlichtingenoperaties wordt geboden. Boeiend.