Geschreven bij Verslaafd aan denken
Zonder enige twijfel is dit één van die paar boeken die ik zou meenemen naar een onbewoond eiland, of uit een brand zou redden. Dit is géén new-agerige vakantielectuur, vooral de eerste hoofdstukken zijn soms wat taai (maar zeker niet saai) om te lezen, maar het loont de moeite. De auteur gaat recht naar de kern van het probleem waar zowat iedereen aan lijdt: onze verslaving aan onze voortdurende innerlijke monoloog. En 'lijden aan' is wel degelijk de juiste bewoording, want ons lijden wordt voor een zeer groot deel, misschien wel het grootste deel door deze 'denk-kramp' veroorzaakt. Van cruciaal belang is wel dat je de 'meditaties', her en der in het boek, daadwerkelijk doet. Meer nog, de ervaring heeft me geleerd dat je ze eigenlijk zeer regelmatig zou moeten doen om effect te hebben, ook als je het boek al gelezen hebt. Ondanks de soms zware theoretische stukken, is dit vooral en in de eerste plaats een doe-het-zelf boek. Zelf ben ik trouwens voor de derde keer bezig het te lezen.
Dit is géén boek dat immens populair zal worden, het is immers geen zweverige feel-good lectuur, maar erg confronterend en recht-voor-de-raap. Net zoals de (ook zeer interessante) boeken van Robert Hartzema is ook dit boek gestoeld op het Tibetaans boeddhisme (meer bepaald de 'dzogchen'-traditie), maar je moet helemaal niet op de hoogte zijn van boeddhistische termen, laat staan je 'bekeren' tot het boeddhisme. Het boek is geschreven in toegankelijke, zeer nuchtere taal. De inhoud is eigenlijk nauw verwant met de traditionele advaita vedanta. Kortom, een zéér sterke aanrader, althans voor wie op ernstige wijze bezig is met thema's als (te veel) denken, bewustzijn, en, uiteindelijk: vrijheid, bevrijding.