Op 22 december 1849 zal in St. Petersburg op bevel van tsaar Nicolaas I de executie plaatsvinden van 15 ter dood veroordeelden, verdacht van samenzwering tegen de Staat, waaronder de schrijver F.M. Dostojevski. Baron Alexander von Wrangel is op het exercitieterrein om te kijken. Het vuurpeloton had al aangelegd maar op het laatste moment verleent de tsaar toch gratie! Von Wrangel, de verteller in het boek, is verbijsterd: hoe kon men zo met het lot van een mens sollen, was dit recht?
Vier jaar later ontmoet Alexander Dostojevski in Semipalatinsk in Zuidwest-Siberië. Hij is daar aangesteld als districtsofficier van Justitie, nog maar net 21 jaar. Fjodor is vrijgelaten uit het strafkamp in Omsk en overgeplaatst naar Semipalatinsk. Von Wrangel heeft brieven en pakjes van Fjodor’s broer Michaïl en geld voor hem meegenomen. Aanvankelijk is Fjodor wantrouwig, maar dit verandert al snel en zo begint een jarenlange vriendschap. Alexander probeert Fjodor te helpen weer een beetje het normale leven op te pakken en nodigt hem vaak uit in zijn huis. Nu kan hij weer op intellectueel niveau praten en hij gaat natuurlijk weer schrijven. In de zomer huurt Alexander een datsja De Kozakkentuin genaamd: De tuin zetten ze vol met groente, fruit en bloemen en genieten daar veel van. Dit zijn wel de gelukkigste tijden voor de vrienden. Er wordt gewandeld en ze zwemmen in de rivier, maken tochten over de steppen, alles mooi beschreven door von Wrangel. Fjodor wordt verliefd op een getrouwde vrouw Maria Dmitrijevna. Zij heeft meer medelijden met hem, vanwege zijn zwakke gezondheid en buitensporig gebrek aan geld, ‘een man zonder toekomst’. Alexander waarschuwt Fjodor voor haar, maar dat helpt natuurlijk niet. Zelf begint hij ook een affaire met een getrouwde vrouw, Katja, wel 15 jaar ouder en met zes kinderen, maar een stoet van minnaars. En nu spreekt Fjodor hem hierover aan. Uiteindelijk trouwt Fjodor met Maria, maar het geluk is van korte duur, hij krijgt in de huwelijksnacht een epileptische aanval. Een grote schok voor Maria en dit leidt al direct tot een verwijdering.
In Petersburg wordt Alexander uitgedaagd voor een duel door één van Katja’s andere aanbidders. Op de plaats van het duel verschijnt dan de echtgenoot, zeer komisch, en deze verbiedt hem nog ooit in de buurt te komen!
Hij gaat weg uit Semipalatinsk op expeditie mee naar China en Japan.
In december 1859 mag Fjodor zich weer vestigen in St. Petersburg. Maria vertrekt algauw vanwege haar gezondheid naar Moskou. De vrienden ontmoeten elkaar weer vaak, de vriendschap is terug.
Alexander trouwt in 1861 met Anna Schaffhausen en verhuist naar Boekarest, hij wordt daar secretaris van de consul-generaal. Later verhuizen ze naar Kopenhagen, waar Fjodor nog een week op bezoek komt. Lange tijd is er geen contact, inmiddels is Maria overleden en daarna ook zijn geliefde broer Michaïl en nu heeft hij de zorg voor diens vrouw en kinderen op zich genomen en ook alle schulden, die enorm zijn. In casino’s probeert hij deze bedragen terug te winnen, maar is nu helemaal blut. Hij vraagt weer om geld en Alexander geeft het ook, maar veel te veel. Hij heeft zelf haast niets meer en moet nu aan Fjodor vragen om het vroeger geleende geld aan hem terug te betalen, maar er komt niets! Later verneemt hij, dat Fjodor met zijn stenografe Anna isgetrouwd en naar het buitenland is gevlucht om te ontsnappen aan zijn schuldeisers. Nog een keer zien ze elkaar in St. Petersburg, geven elkaar een hand en gaan als vreemden uit elkaar.
Wat heeft de schrijver Jan Brokken alles mooi verwoord in dit boek door, zoals hij zelf ook zegt, in de huid van A.J. von Wrangel te kruipen. Met alle mooie citaten uit de diverse brieven van Alexander aan Fjodor en omgekeerd, de verwijzingen naar de boeken van Dostojevski. En alle beschrijvingen van de geschiedenis van Rusland, de omstandigheden waaronder geleefd werd. Alles op een lichte maar ook emotionele toon geschreven, waarin je wordt meegesleept. Een meesterlijk boek.