Oorlog is een dankbare omgeving voor een psychologische roman. In een extreme situatie zoals oorlog tonen mensen hun ware aard. Als een romanschrijver een verzonnen verhaal situeert in een oorlog die werkelijk is gevoerd, dan vinden we dat normaal en begrijpelijk. Maar als een romanschrijver een verzonnen verhaal situeert in een toekomstige oorlog die waarschijnlijk niet zal worden gevoerd, dan heet het fantasy. Toch heeft Carey in deze roman de oorlog gebruikt om de psyche van mensen te schilderen. De tegenstanders in deze oorlog zijn ondoden, zombies, walking dead, roept u maar wat het is een redelijk afgekloven fantasy-thema, maar daar gaat het volgens mij niet om. En een thriller is het al helemaal niet. Het is een roman, basta.
De hoofdpersoon, Melanie, ontwikkelt zich van een begaafd en gezeglijk kind naar een kind dat volwassen verantwoordelijkheidsgevoel heeft en uiteindelijk zelfs beslist over leven en dood. Maar zij is dan ook geen gewoon mens en dat maakt van haar ontwikkeling iets buiten de orde. Zij wordt omringd door vier gewone mensen en hun psyche is voor mij boeiender. Eddie Parks ontwikkelt zich van een recht-door-zee militair met een ingebakken wantrouwen jegens Melanie naar een vaderfiguur voor haar, die uiteindelijk van haar vraagt wat hij anders niet aan een kind gevraagd zou hebben. Caroline Caldwell kun je een tragische figuur in de antieke betekenis noemen (en de antieke wereld komt nogal eens voorbij, dus waarom niet). Zij ziet zichzelf als mensenredder maar gaat over lijken, als een arts in een concentatiekamp, totdat zij beseft dat er van dat redden niets terecht komt maar dan is het voor haarzelf te laat. De andere personages zijn wat vlakker. Caldwell's ondergeschikte Helen Justineau wordt uitgebreid gevolgd, maar is standvastig in haar liefde voor Melanie en haar haat jegens Caldwell; alleen haar houding tegenover Parks vertoont beweging. Parks' ondergeschikte Kieran Gallagher draait dol en dat is begrijpelijk, meer niet.
Als toetje na alle enerverende gebeurtenissen geeft Carey de lezer nog een boodschap mee. Een boodschap waarin ik Friedrich Nietzsche heel in de verte in zijn graf tekeer hoor gaan: de mens moet worden overwonnen ten gunste van de nieuwe mens.