Geschreven bij De kunst van het dalen
Ik begon helemaal blanco aan het boek. D.w.z. ik had geen andere recensies gelezen of me uitgebreid verdiept in veel meer dan de titel: de kunst van het dalen. Ik had dus eigenlijk verwacht dat ik vooral een boek zou gaan lezen waarin ik zou gaan leren hoe ik beter zou kunnen afdalen. Dom (van mij) eigenlijk. Want dat kun je natuurlijk niet uit een boek leren. Dat moet je doen. Wat dat betreft zijn de “25 tips om beter te dalen” inderdaad niet meer dan een bijlage bij het boek.
Het boek bevat een uitgebreid overzicht van de onderbelichte rol van afdalen bij wielerwedstrijden en de enorme verschillen tussen professionele renners op dat gebied. Van mannen die zonder blikken of blozen een berg afstorten tot mannen die het als het ware in hun broek doen bij elke heuvel. Ook komen de verschillende ernstige en minder ernstige ongelukken door de jaren heen aan bod en de vraag “wat maakt nu dat iemand wel of niet met > 100 km/uur van een berg af kan/wil fietsen?”.
Het is echter wel maar de vraag of het boek nou juist voor een amateur wielrenner, en zeker een amateur wielrenner met enige dalingsangst, goed is om te lezen. Want je loopt het risico dat jouw conclusie dezelfde is als van de auteur en je juist banger wordt na het lezen van het boek.
Na het lezen ben ik zelf in ieder geval niet geruster op mijn daalkwaliteiten. Van de andere kant. Ik *hoef* ook helemaal niet met meer dan 100 kilometer per uur van een berg af. Ik moet gewoon er op trainen dat ik veilig zulke bergen af kom.
Wél heb ik na het lezen van het boek nu heel anders naar een aantal etappes van de Tour de France zitten kijken. Bijvoorbeeld naar de etappe van waarbij de heren twee keer de Alpe d’Huez op moesten en hem dus tussendoor ook ‘eventjes’ via de Col de Sarenne moesten afdalen. Hoewel ik het ze zeker niet zou willen nadoen, snap ik de gevoelens van de renners heel goed én snap ik ook wel waarom ze (de organisatoren) hem er wél in hebben laten zitten. Idem voor de klimtijdrit waarbij Froome voor de laatste afdaling wél koos voor een wissel naar een tijdrijfiets en zo dik tijd goed maakte op Contador en de etappe won. Heel goed te begrijpen. En daar is het boek heel leerzaam voor. Aanrader dus.