De lezer zweeft door dit hemelse, hartverwarmende boek waarin gebeurtenissen van 5 levensechte hoofdpersonages elkaar kruisen .Liefde, vrijheid, identiteit, geheimen, geluk en eenzaamheid …fictie van de bovenste plank.
Lou, Eva, Elsie, Casper en Jos zijn elk op hun soms ontroerende manier op zoek naar geluk, naar hun zevende hemel. Ze worstelen met levensvragen die ieder van ons bezighouden zodat de herkenning groot is. Immens geluk, dat streeft eenieder toch na? De titel van dit warme boek klinkt in elk geval veelbelovend en opbeurend. En dat is het ook! De hoofdpersonages zijn met elkaar verbonden door een familie-, vriendschaps-,of liefdesband.. Casper, een kunstschilder, is getrouwd met Merel en heeft een relatie met Elsie. Zij is de dochter van Jos en getrouwd met Walter, een nierspecialist. Samen hebben ze een dochter Lou en een zoon . Kiezen Casper en Elsie voor elkaar en laten ze hun vertrouwde leven achter zich ? Eva is de jongere zus van Elsie. Ze is een 36-jarige single die blijkbaar steeds op de verkeerde mannen valt. Vrienden zeggen dat het wel goed komt met haar. Lou is twaalf en klein voor haar leeftijd wat ze verschrikkelijk vindt , net als naar school gaan. Haar grootvader Jos is 71 , hij is alcoholist en lijdt enorm onder een tragische gebeurtenis uit het verleden. Allemaal modderen ze maar wat aan in hun zoektocht naar die éne hemel. Langzaamaan komen er geheimen naar boven en wordt de familie uit elkaar gereten. Er zijn erg pijnlijke momenten, feiten die je als lezer niet onberoerd laten zoals bij het overlijden van Karel, Jos’ broer of wanneer Eva een definitieve keuze heeft gemaakt. Het verdriet , de pijn wordt beschreven in woorden, in zinnen waar je zelf nooit zou opkomen maar die zo herkenbaar zijn.
En toch is deze roman helemaal niet zwartgallig. De problemen worden afgewisseld met kleine geluksmomenten en speels bedoelde taalvondsten. Deze vijf mensen delen de ik-vertelling. Op een multiperspectivistische manier vertellen ze over zichzelf, over elkaar en over gedeelde gebeurtenissen. In fraai Nederlands met Vlaamse tongval wisselen rappe dialogen en lange monologen elkaar af en brengt de auteur een verpletterend mooie hulde aan het leven. Dit maakt het debuut van Griet Op de Beeck tot een knappe prestatie . Ook al schuilt er veel tragiek in het boek, de hoop op de vele hemels boven de zevende blijft overeind.
Het boek is een psychologisch eerlijke, beklijvende , vlot lezende roman met een duidelijk en toch wel spannend verhaal. Peter Verhelst, auteur, verwoordt het subliem: ‘Het is een boek over ons gestuntel en onze pogingen om niet alleen te zijn: zo superieur geschreven, zo teder en kwetsbaar en bijwijlen ook zo geestig dat je hart ervan breekt en opspringt tegelijk. ‘ Als lezer word je , écht waar, gegrepen en ontroerd door liefde, zwaktes, schoonheid en ijdelheid van de hoofdpersonages. Dit smaakt duidelijk naar meer…