Boek nummer achtentwintig, en voor het eerst in de reeks spelen de legionairs van de White Scars de hoofdrol. Het werd tijd.
Dit boek gaat in op de thuiswereld, afkomst, kijgsstijl en filosofie van één van de minst bekende van de Legiones Astartes. Jhagatai Khan en zijn kornuiten zijn overduidelijk gebaseerd op een historische man met een eenzelvige titel (Temujin) en epische snor. Maar de White Scars zijn meer dan een sci-fi equivalent van de Ghengis zijn ruiterhorde. Ze zijn diep spiritueel, verknocht aan hun taak om voor de rest van de mensheid uit te gaan, altijd onderweg te zijn naar de oneindige horizon. Niemand, niet de Emperor of hun broeder-Astartes, begrijpt hen helemaal, en dat vinden ze eigenlijk wel best.
Zoals de Scars betaamd word het verhaal op hoog tempo verteld. Het leeuwendeel van de gebeurtenissen zie je vanuit twee vergelijkbare, maar tegenovergestelde personen. Shiban, een traditionalist, en Torghun, die hoopt op veranderingen binnen het legioen. Deze twee bieden hun eigen perspectief op de White Scars, maar ook een goed beeld dat het van buiten af moeilijk is om te zien hoe de vork in de steel van de Heresy zit. De Scars zullen moeten kiezen welke partij ze steunen, en beslissen wie voor de beste redenen vecht.
Het boek is verrassend op zichzelf staand. Het enige boek dat ik zou aanraden om als eerder deel te lezen is "A Thousand Sons", aangezien stukken daarvan in de ontknoping terug komen. Verder zijn de personages goed ontwikkeld en kun je je goed inleven in hoe het universum er voor de Scars uitziet. Hulde aan Chris Wraight dat hij het voor elkaar krijgt dat beide partijen goed worden neergezet. Wij als lezers weten wel wie gelijk heeft, maar de factie die Horus steunt doet het om goede redenen en hebben de beste intenties.
Al met al een aanrader in de serie!