Geschreven bij Guns, Germs, and Steel : The Fates of Human Societies
Boeiend boek. Het kernpunt wordt gevormd door het inzicht dat het Euraziatische continent zich uitstrekt in een oost-west richting en Afrika en Amerika in een noord-zuid richting. Dit is voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de voorsprong in ontwikkeling die het eerstgenoemde continent in de geschiedenis heeft genomen, en waardoor het Europeanen waren die andere continenten ontdekten en niet andersom. Een oost-west continent ligt namelijk in dezelfde klimaatzone, wat voordelig is voor de verspreiding van veel dier- en plantsoorten die gedomesticeerd kunnen worden als last- en trekdieren en als cultuurgewassen, en voor handel en verspreiding van kennis door de volkeren die er leven. Ook microben profiteren ervan, zodat de volkeren die er leefden daar beter tegen bestand waren dan de volkeren in continenten waar verschillende klimaatzones barrieres vormden voor biologische en culturele uitwisseling.
Toen, duizenden jaren nadat de mensheid zich, onder andere dankzij een lage zeespiegel, verspreid had over de hele planeet, verschillende volkeren via ontdekkingsreizen weer met elkaar in contact kwamen, besmette het ene volk het andere met ziektes waartegen het niet bestand was, en zorgde een technologische voorsprong ervoor dat het kon domineren.
Diamond gebruikt dit inzicht vooral om het negentiende eeuwse idee dat Europeanen genetisch superieur zouden zijn te bestrijden. Vooral in het eerste hoofdstuk gaat hij flink tekeer tegen Europese superioriteitsgevoelens en racisme in de culturele antropologie en geschiedwetenschap. Door het genetisch determinisme te vervangen door een geografisch determinisme kon iedereen een zucht van opluchting slaken, en vele prijzen vielen Diamond ten deel. Hier zit meteen wel de achilleshiel van het boek. Het ene determinisme wordt vervangen door het andere. Maar zulk historicisme (het verklaren van de geschiedenis door deterministische wetten analoog aan de natuurwetten) is zelf ook een achterhaalde negentiende eeuwse misvatting. De geschiedenis is vooral de geschiedenis van ideeen, en is onvoorspelbaar. Diamond's geografie is slechts één van de vele factoren die de loop van de geschiedenis hebben beinvloed, en niet de alleen en allesbepalende.
Er zijn bijvoorbeeld allerlei zaken te benoemen die in strijd zijn met dit geografisch determinisme, zoals het voorkomen van lama's in Zuid-Amerika, die geschikt waren als lastdier maar niet zo gebruikt werden, en de vraag waarom alleen het ene eind van het Euraziatische continent van de oost-west ligging profiteerde en niet het andere. David Deutsch betoogt in The Beginning of Infinity overtuigend dat het de wetenschappelijke revolutie was die zorgde voor het begin van de, in principe onbegrensde, groei van kennis en daarmee de technologische mogelijkheden van de mens. En die vond nu eenmaal plaats in Europa, niet vanwege de geografische ligging, en niet omdat het in het DNA van Europeanen gecodeerd stond, maar omdat daar de wetenschappelijke methode werd uitgevonden: verklaringen bedenken en die testen met behulp van de feiten. Waarom in Europa? Tsja, het moest ergens gebeuren. Hier ontstond een klimaat waarin de vrije uitwisseling van ideeen en de bekritisering ervan mogelijk was. Daarmee wordt een proces in gang gezet dat vanzelf verder gaat. Vergelijkbaar met de evolutie van het leven. Ook dat is ergens ontstaan, maar waar precies, dat doet er niet zoveel toe.