In dit boek geeft Aalders een mooi overzicht over hoe men in de afgelopen eeuwen dacht over de ouderdom van de aarde. Beginnende bij de Bijbelse tijdsrekening, waarvan die van Ussher (schepping in 4004 v. Chr.) de bekendste is, laat Aalders zien hoe het ontstaan van de aarde steeds verder werd teruggeduwd in de tijd.
Het is duidelijk dat Aalders goed zijn huiswerk heeft gedaan, maar hij heeft ook een heel gekleurd beeld. Hij blijft erop hameren dat hoe men vroeger dacht over de schepping en zondvloed belachelijk was in het licht van de huidige kennis. Steeds lijkt hij aan te geven dat we nu wél weten hoe het zit. Maar als er iets duidelijk wordt uit zijn eigen werk, is dat dat de ouderdom van de aarde sterk aan verandering onderhevig is.
Aalders laat zich negatief uit over Bijbelgetrouwe christenen die vasthouden aan de Bijbel, maar lijkt zich niet erg diep in hun argumenten te hebben verdiept.