Geschreven bij De nieuwsfabriek
In algemene zin, schrijft Wijnberg, geldt dat bijna ieder onderwerp dat langere tijd in het nieuws is aan reductionistische beeldvorming onderhevig is. Het paradoxale effect van die beeldvorming is dat meer media-aandacht voor een gebeurtenis, ontwikkeling of persoon uiteindelijk uitmondt in minder kennis erover of begrip ervan. Interessant is hoe hij zijn observatie uitwerkt dat journalisten vorm boven inhoud plaatsen. De extreme bondigheid van het nieuws, schrijft hij, "zorgt dat het publieke debat voorspelbaar en statisch is. Deze beperking van het publieke debat tot conventionele wijsheden wordt wel eens geweten aan de ideologische vooringenomenheid van journalisten. Maar de vorm van het nieuws is veel doorslaggevender dan de vermeende politieke kleur van de journalist." Het debat is niet veel meer dan het almaar herkauwen van conventionele wijsheden, citeert de auteur Noam Chomsky. "Zo'n impasse is alleen te doorbreken met een weidsere visie op -het onderwerp in kwestie-. Maar dat is nu juist wat door de vormregels van het nieuws en debat in de moderne media onmogelijk wordt gemaakt". Beslist spannend is de stelling van Wijnberg dat journalisten (iets) vaker links dan rechts zijn, maar vorm-gedreven een rechts product leveren. Vorm dicteert immers mainstream conventionele wijsheden, gereduceerd tot one-liners.
Maar. Het boekje lijkt wat gehaast. Het heeft geen literatuurlijst of bronvermelding en dat wreekt zich als de auteur op pagina 144 beweert dat "zelden iemand 'Nieuws' onder het vergrootglas legt". Er is, integendeel, heel veel literatuur over de media en het functioneren daarvan. Misschien dat de auteur zelf met de journalistieke methode probeert de journalistieke methode te bekritiseren. Leesbaarheid, het is een heel goed geschreven boek, boven grondige literatuurstudie. Hij verwijst uitdrukkelijk naar de wetenschapsfilosoof Karl Popper, de vader van de falsificatie: wij (maar vooral wetenschappers) moeten altijd op zoek naar het falsifieren van de feiten. In dat licht is het jammer dat Wijnberg in dit boek voornamelijk verifieert. Voor de vorm zegt hij zo nu en dan 'dat er natuurlijk uitzonderingen zijn', maar dat is niet wat Popper bedoelt met falsifieren. Falsificatie zou hier moeten gaan over de these 'media vervormen ons wereldbeeld' en de behoefte die these te ontkrachten. Die behoefte heeft Wijnberg niet. Integendeel, hij vermeldt alles wat die these bevestigt. Ook hier zou bronvermelding het boekje sieren, in een lange traditie van internationale wetenschappers als Gusfield en Mutua, maar ook auteurs van vaderlandse bodem, wetenschappers en journalisten, van Cees Brands tot Peter Vasterman tot Hans de Bruyn, van Ad van Liempt tot Linda Polman en uiteraard Joris Luyendijk. En dat Nieuws, zoals Wijnberg constateert, goeddeels bestaat uit "overgesimplificeerde ('graaiende bankiers'), gedachten ontmoedigende ('het is een schandaal'), op beroemdheden drijvende ('Sylvie en Rafael uit elkaar'), stereotypes bevestigende ('luie Grieken') en eindeloos herhaalde snippers informatie, die tezamen een fragmentarisch, eendimensionaal, zelfbevestigend, negatief, incompleet en soms zelfs ronduit misleidend beeld van de wereld geven", met alle consequenties vandien voor Kamervragen, kabinetsbeleid en wetgeving, is behartigenswaardig. Nieuws als selectief, conservatief en repetitief; een bizarre uitsnede uit de wereld. Dat kan wat mij betreft niet vaak genoeg verteld en uitgelegd worden, opdat dit niet gezien wordt als iets 'wat nu eenmaal zo is of zo werkt', maar werkelijk als een fenomeen dat onze rechtsstaat bedreigt en met collectieve inspanning veranderen moet. Als Wijnberg bijdraagt aan de discussie hierover, en, zoals hij aan het eind van het boek doet, ook alternatieven geeft, dan levert ook dit boek weer een goede bijdrage aan een debat dat de samenleving in den brede en de beroepsgroep journalisten in het bijzonder zich moet aantrekken en zal moeten voeren.