Geschreven bij Vele hemels boven de zevende
In deze debuutroman van Griet Op de Beeck maken we kennis met vijf hoofdpersonages: Lou (twaalf), Eva (zesendertig), Elsie (tweeënveertig), Casper (zesenveertig) en Jos (eenenzeventig). Elk personage vertelt in de ik-vorm over zijn eigen leven doorheen het boek (dit is al een groot pluspunt voor mij dat telkens wanneer iemand anders aan het woord is en je zo het verhaal goed kan volgen, er zit een structuur in het verhaal). De roman vertelt over hun zoektocht naar geluk.
Eerst nemen we een kijkje in het leven van Eva. De behulpzame vrijgezelle heeft een laag zelfbeeld door ietwat minder perfecte figuur. Ze is op zoek naar ware liefde, maar wordt met het tegenovergestelde geconfronteerd doorheen haar verhaal. Daarna maken we kennis het onzekere pubermeisje Lou die het moeilijk heeft met haar identiteit en populariteit op school en er ook gepest word. Gelukkig kan ze rekenen op de steun van haar tante Eva. Haar mama Elsie is al evenmin gelukkig in haar relatie met haar man Walter, ze heeft zelfs een affaire met Casper (hij heeft ook een gezin). Uiteindelijk besluiten ze toch om hun gezinsleven op het spel te zetten en met hun relatie door te gaan. Tenslotte is er nog Jos, vader van Eva en Elsie. Hij is een alcoholist en uitbater van een restaurant. Hij leidt ook een ongelukkig leven omdat zijn vrouw hem allesbehalve gelukkig maakt en hij zelf ook een groot geheim heeft: hij heeft namelijk zijn neefje Victor omver gereden toen hij stomdronken achter het stuur zat, waardoor die nu gehandicapt is.
In het begin van het verhaal vond ik - net zoals in een van de bovenstaande recensies ook - dat het verhaal weinig samenhang had. Iedereen deed wel even zijn verhaal, maar je kon maar moeilijk begrijpen wat die vijf personages nu met elkaar te maken hadden. Naarmate het verhaal vorderde werd natuurlijk alles duidelijker.
Het verhaal vertelt ons vaak over de negatieve aspecten van het leven, en het is meestal niet rozengeur en maneschijn, maar toch lezen we geen zwaarmoedige roman. Af en toe beschrijft Op de Beeck ons de kleine geluksmomenten van de personages. Ook komen de meeste uit hun ellende. Eva pleegt dan wel zelfmoord, maar dit is wat ze wou, voor haar was het de enige oplossing. Ook Caspar en Elsie zijn gelukkig met hun keuze.
De schrijfstijl die Op de Beeck hanteert vind ik opmerkelijk. Zo zorgt het meervoudig vertelperspectief ervoor dat je niet alleen de personages hoort vertellen over de dingen die zij meemaken, maar ze praten ook af en toe onderling met elkaar over hun ervaringen. Zo weet je inderdaad - zoals ook gezegd in de tweede recensie – hoe elk personage denkt over elkaar en af en toe lees je dan ook dialogen tussen beiden, en dat is iets wat ik persoonlijk zeer goed vind aan dit boek. Het boek is ook zeer gemakkelijk te lezen vind ik, ik lees zelf niet zo graag, maar dit boek heb ik toch vrij snel kunnen lezen en ze gebruikt ook zeker geen moeilijke zinsconstructies.
Als ik iets moet zeggen wat ik een beetje minder vind aan het verhaal, dan is het dat ik het af en toe wel voorspelbaar vind. Al je vragen worden in het boek beantwoord, je hoeft dus eigenlijk nooit je hoofd te breken over hoe het zal aflopen met de personages, of hoe bepaalde situaties zullen uitdraaien, want na een tijdje had ik wel door hoe het verhaal in elkaar zat. Je zit niet bepaald op het puntje van je stoel, maar dat hoeft ook niet voor mij. Dit boek is volgens mij zeker een aanrader en het verhaal heeft mij zeker geraakt.