"Zo word je president" geeft een interessante en vernieuwende blik op de soms bizarre gewoontes en regeltjes rondom de Amerikaanse verkiezingsstrijd, waarbij de auteur geen moment verzand in droge politie theorie. Zijn hoogte, maar zeker ook dieptepunten, als correspondent zijn beschreven in tal van grappige anekdotes over Maartens queeste naar de gang van zaken bij de (voor)verkiezingen op het Amerikaanse platteland. Het boek is vernieuwend door een focus op gesprekken met de werkelijke hoofdrolspelers in de verkiezingsstrijd: de politiek geëngageerde kiezers, campagne medewerkers en lokale politici. De opvattingen van de meeste van die lokale (veelal Republikeinse) "hoofdrolspelers" geeft te denken en hun opmerkelijke en in detail beschreven karakters geeft de lezer soms het gevoel een roman voor zich te hebben.
