We leren Melanie kennen wanneer ze klaargemaakt wordt voor de klas. Twee gewapende mannen houden haar onder schot terwijl een andere haar een soort van muilkorf voordoet, handen, armen, benen en voeten vastzet. Daarna wordt ze naar de klas gereden in een rolstoel. Ze krijgt les van juf Justineau. Melanie is niet dom, leergierig en nieuwsgierig. Ze houdt van juf Justineau en kan zich niet voorstellen dat ze haar juf ooit iest zou aandoen.
We zijn in Groot-Brittannnië, zowat twintig jaar nadat een schimmel Ophiocordyceps overgesprongen is naar de mens en daar een bloedbad aangericht heeft. De enige overlevenden zijn of gewone mensen die niet besmet zijn, of hongerigen. Deze laatste zijn besmet en overleven op mensenvlees. Ze jagen op de niet-besmetten, kunnen erg snel lopen en kunnen dat bovendien ook nog eens lang volhouden.
Melanie is besmet. Ze is een onderzoeksobject.
Dit boek is echt iets voor fans van Stephen King, de hele tijd moest ik aan King denken omdat hij dit zomaar geschreven kon hebben. Het leest vlot, de wetenschappelijke uitleg voor de ziekte is zeker aanvaardbaar, het kan zomaar zijn en wordt niet ingewikkeld uitgelegd. Het is een verhaal over overleven, elkaar vertrouwen of juist niet en van een heel speciaal meisje dat door allerlei emoties gaat, maar toch de hele tijd probeert het goede te doen, zelfs al is dat niet het beste voor haar, een heel apart bijzonder meisje.
Ik vond het een topboek en had deze tip gekregen van Anne Oerlemans op Hebban.nl. Het is het tweede boek van de drie die ze me getipt had en de tweede keer een schot in de roos.