Geschreven bij Maar buiten is het feest
Toen ik de achterflap las, kon ik niet vermoeden hoe het verhaal zich verder zou afspelen.
In het begin was het nog onduidelijk wie Zonne en wie Weijntje was, maar al snel werd het duidelijk en ergens in de tweede helft van het boek krijg je ook de reden te lezen. Zonne is namelijk de artiestennaam van Weijntje.
De rode draad doorheen het boek is misbruik. Misbruik in het kwadraat! Ik walg van de stiefvader, dat gemanipuleer en gechanteer. Hij is de naam stiefvader zeker en vast niet waardig.
Arthur Japin schreef het zo geloofwaardig alsof het in je eigen omgeving afspeelde. Het is zo filmisch geschreven dat je tegen de personages zou willen roepen wat ze moeten doen: "Geef hem aan!" "Ga naar de politie!" "Zie nu toch wat er met je dochters (!) aan het gebeuren is!"
Spijtig genoeg is het ook geloofwaardig hoe de moeder dacht. Ze 'zag' het niet totdat Weijntje hen bewust liet betrappen. Dan pas vielen de puzzelstukjes ineen en zette de moeder de stiefvader ein-de-lijk buiten.
Het is niet alleen de dochters die misbruikt zijn, ook andere vrouwen. En de dader draait het altijd zo alsof hij het slachtoffer is. Alsof het normaal is wat hij doet. En als hij zijn zin niet krijgt, begint hij te chanteren ("Ik heb foto's van jou, je zou toch niet willen dat iedereen die te zien krijgt?").
Het hoogtepunt moet nog komen wanneer hij de voogdij van één van zijn verwekte kinderen wil, maar dat is buiten Zonne gerekend. Ze staat oog in oog met haar zogezegde stiefvader in de rechtbank. Niemand krijgt de voogdij van Lotte en zeker niet de 'stiefvader'.
Het is een boek dat me doet walgen, waar ik echt niet goed van ben, dat me kwaad maakt,... Dat er zo'n mensen bestaan?! Arthur Japin heeft me gegrepen en heeft een 'slecht' gevoel achtergelaten. Ik wens niemand zo'n vader/stiefvader/... toe, want het is gewoon walgelijk!