Geschreven bij Pijnstillers
Het boek gaat over Casper die ontdekt dat zijn moeder kanker heeft, en hij wil er alles aan doen om haar terug beter te maken. Casper zelf is een muzikant, hij speelt op een keyboard en wil graag auditie doen voor het orkest. Met Casper's moeder gaat het in het begin goed, tot ze begint te leiden onder haar kanker en ze in behandeling gaat in het Antonio van Leeuwenhoek-ziekenhuis. Het lijkt te werken, ze is alsof ze aan het genezen is, maar dan draait het onverwacht om, is er geen vooruitzicht op genezing en geven de dokters het op. Casper kan zijn moeder overtuigen om een alternatieve arts te bezoeken. Op het eerste zicht lijkt alles beter te gaan en Casper doet samen met Anouk auditie om bij het orkest te mogen. Ze worden allebei toegelaten, maar dan gaat Casper's moeder er weer op achteruit. Het lijkt erop dat de kanker niet te genezen valt. De moeder van Casper sterft en Casper is er kapot van. Maar hij staat er niet alleen voor. Hij krijgt steun van Anouk en Sofie om de dood van zijn moeder te verwerken.
De opbouw van dit verhaal is heel geleidelijk. Er wordt niets vrijgegeven over wat er later in het verhaal zal gebeuren, tot dat moment zelf. Er zijn dan ook enkele onverwachte wendingen. De moeder van Casper had last van haar buik en ze vertelde dat het een ontsteking was, maar dat er niets aan de hand was. Dan vond Casper ineens een kaartje van een ziekenhuis dat zich bezighoudt met kankerpatiënten. "Casper ritst het voorvak open en voelt met zijn vingers. Nee hoor, hij vindt alleen een plastic kaartje. Casper ziet meteen dat het een ponskaartje van een ziekenhuis is. Hij wil het terug stoppen, maar dan valt zijn oog op de naam van het ziekenhuis: Antonie van Leeuwenhoek ziekenhuis. Van schrik krijgt Casper bijna geen lucht meer. Het wordt zwart voor zijn ogen. In één klap stort zijn wereld in. De ontsteking in zijn moeders buik is kanker." (p. 56)
Een gebeurtenis die mij ontroerde was toen Casper's moeder aan het sterven was en Casper op zijn keyboard begon te spelen. "Hij staat op en gaat echter zijn keyboard staan. Zal ze het nog kunnen horen? Zal de muziek nog tot haar doordringen? Hij houdt zijn vingers boven de toetsen, maar hij durft niet te spelen. Het is zo stil in de kamer, hij weet niet of hij die stilte mag doorbreken. Onzeker kijkt hij Anouks kant op. 'Toe maar,' fluistert ze." (p. 163)
Personages worden elke keer beschreven als ze voor de eerste keer vernoemd worden. Zo is er bijvoorbeeld Pim, de beste vriend van Casper, die beschreven wordt als een stripfiguur. "Pim wil striptekenaar worden? Casper vindt dat het echt bij hem past; hij is zelf net een stripfiguur." (p. 10)
Het verhaal is bijna volledig opgebouwd uit korte zinnen. Er komen geen of weinig lange constructies in voor en dat maakt het heel gemakkelijk om te lezen. "Casper weet waar hij aan begint. Hij heeft al een keer met Pien aan de uitvoering gewerkt. Het leger is er niets bij. Ze ramt de fouten er letterlijk uit." (p. 62)
Alles wat in het verhaal gezegd wordt, wordt gezegd door de personages en niet door de verteller. Enkel gevoelens en bewegingen worden beschreven. "Sofie trommelt onrustig met haar vingers op tafel. 'Ik mis mijn sigaretje.'
'Ik ook, maar afspraak is afspraak, we zijn gestopt. Alleen Casper mag roken.' Pim haalt drie gulden uit zijn zak." (p. 93)
Ik zou het boek zeker aan iedereen willen aanraden. Het boek is niet zo groot en het leest gemakkelijk. Het is ook heel spannend en ook grappig geschreven.