Roman in 4 delen uit 2000, waarin latere thema’s worden aangekondigd, zoals onderlinge jaloezie onder schrijvers, de vader zoon relatie, lekker eten buiten de deur. Verteller Martin wil schrijver worden, maar worstelt nog steeds met alledaagse dingen. Wat is de best openingszin om iemand te versieren? Zijn vader baart hem zorgen, maar die is toch een vitale raadgever, ook als Martin de prestatiedruk van zijn Amsterdamse vriendenkring ontwijkt en vlucht naar Barcelona.
Daar komt zijn vader (84) hem komt opzoeken met Emma, een prachtige studente die hij leerde kennen in zijn stamcafé. Halverwege het boek landen ze in Barcelona. Zijn vader… Pas op latere leeftijd begon hij met roken en drinken en installeerde hij een Amerikaans biljart in zijn woonkamer. Vader en zoon bellen elkaar en nu is hij, bijna 85 en met een strohoed op in Barcelona. Met Emma. Die al snel haar dagen doorbrengt met Ramon, de broer van Martin’s vriendin.
Waar het echt om gaat is dat Emma haar week in Barcelona verwerkte tot een bestseller, waarin Martin maar één keer wordt genoemd, toen hij haar en zijn vader oppikte op het vliegveld. Zijn eigen boek blijkt gebaseerd op plagiaat en flopt. Terug uit Barcelona blijkt Martin’s Amsterdamse vriendenkring Emma’s boek terdege te hebben gelezen: Martin heeft iets uit te leggen… Maar wat?
In het laatste deel bezoekt Martin een voorlezing van Emma in Brabant. De vrouw naast hem stelt de hamvraag: “Hoe kan het dat een simpele ziel als Ramon steeds meer praatjes maakt? Heeft U niet van twee karakters er één gemaakt?”
Hoe Emma hierop ook antwoordt, dit is een vlot geschreven, zeer leesbare, maar oppervlakkige roman.