Hulp voor Onbehuisden (HVO) werd in 1904 opgericht als een particuliere instelling die zich bekommerde om daklozen. De Queridostichting opende rond 1970 een psychiatrisch ‘verpleeghuis’ voor chronische patiënten, annex ‘sluisinternaat’ voor de begeleiding van (ex-)patiënten bij hun terugkeer in de maatschappij. Dit boek beschrijft het samengaan van beide instellingen tegen de achtergrond van het veranderende sociaal-economische en culturele klimaat in de laatste decennia van het 20ste-eeuwse Amsterdam.
Beide instellingen doorstonden op onorthodoxe wijze de radicale jaren ‘70, toen de gevestigde hulpverleningspraktijk onder vuur kwam te liggen. Beide hielden zich staande tijdens de recessie in de jaren ‘80, toen vooral in de sociale sector het woord ‘bezuinigen’ weerklonk. In de jaren ‘90 zagen zij dat hun doelstellingen en doelgroepen wel erg dicht tegen elkaar aan lagen. Zo kwam het uiteindelijk tot een fusie tussen maatschappelijke opvang en geestelijke gezondheidszorg.
Door de verhalen heen lopen de rode draden uit de geschiedenis van de sociale zorg sinds 1969: democratisering, radicale hulpverlening, toename van drugsgebruik enzovoort. We maken kennis met de kraakbeweging, de gemeentepolitiek, het ‘Amsterdamse model’ en het opvallende cultuurverschil tussen sociale psychiatrie en maatschappelijke opvang: praten versus aanpakken. Gelardeerd met achtergrondinformatie over personen en gebeurtenissen die het leven in de instellingen kleur gaven.