Geschreven bij De vrouw die met vuur speelde
In vergelijking met het eerste, prima deel vind ik deel twee compositorisch veel minder. De eerste hoofdstukken doen nogal gekunsteld en ook niet ter zake aan. Een volkomen overbodige subplot die niet pakt en nogal overdone is. Wanneer het echte verhaal begint, struikel ik ook over storende elementen. Een daarvan is dat er wel erg veel 'toevallige' ontmoetingen plaatsvinden in het boek. Misschien kan een student ze eens een uitpluizen: de voortgang van het verhaal wordt diverse keren opgehangen aan hoofdrolspelers die elkaar heel toevallig in dramatische situaties tegenkomen. Kaliber: hoofdrolspeler A loopt ergens op straat na een avondje stappen en kijk aan, daar komt hoofdrolspeler B voorbij rennen terwijl ze dodelijk wordt bedreigd door schurk C. Compositorische noodverbanden vind ik. Het vervelende is dat dit ook geldt voor het hele plot. Verhaallijnen die ieder voor zich al onderwerp van een stevige thriller kunnen zijn, blijken in elkaar te grijpen als vlechtjes van een macramee-werkje. Ik moet overigens wel toegeven dat Larsson ze knap met elkaar verbindt en dat het boek gaandeweg aan kracht wint. Doorlezen loont, waar het eerste deel van het boek twee sterren verdient, geef ik het tweede deel wel het dubbele. Maar alles bij elkaar is het wat te geconstrueerd, een beetje te dik aangezet, te weinig subtiel. Kaliber: superspion van grootmacht blijkt psychopatische huisman, is de buurman van een siamese Hells Angels-tweeling, en wordt per ongeluk overreden door zijn kroegbaas aan wie hij nog vijfduizend euro schuldig is doordat de garage de autorem heeft verknald. Waarna de betreffende monteur de albinozoon van hoofdcommissaris D blijkt te zijn. Ik verzin dit allemaal maar een beetje om niks te verraden, maar dit benadert wel mijn leeservaring. Larsson was geen meester in de kunst van de begrenzing.